18 en 19 maart (In)formeel en argumenteren 1m1

Formeel vs. Informeel en argumenten geven 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Formeel vs. Informeel en argumenten geven 

Slide 1 - Slide

Afspraken Lessonup
- Groen: slides met theorie, die lees je.
- Blauw: slides met een quiz-vraag of invuloefening, daar geef je antwoord op.
Rood: opdracht die je inlevert.

Slide 2 - Slide

Weet je wat formeel en informeel taalgebruik is? Zo ja, wat is het verschil?

Slide 3 - Open question

Taalgebruik
Rekening houden met: 
- Wat schrijf je? (tekstdoel)
- Voor wie schrijf je? (publiek)

Slide 4 - Slide

Formeel:
Officieel
Zakelijk
Je kent de lezer niet goed
Volgens de regels

Informeel:
Onofficieel
Alledaags
Je kent de lezer goed

Slide 5 - Slide

Waar moet je je aan houden als je een formele tekst schrijft? Noem drie ''regels''!

Slide 6 - Open question

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
''Geachte ...''
Whatsapp-bericht
''Lieve oma,''
Sollicitatiebrief
''Groetjes!''
''Ik hoor graag van u!''
Emoji's 
Deftig
Krantenartikel
Recensie
E-mail aan een docent

Slide 7 - Drag question

Argumenten
Als je een mening hebt, is het belangrijk dat je ook aangeeft waarom je die mening hebt, de reden daarvoor.
De reden, noem je ook wel een argument.
In de volgende slide een aantal voorbeelden hiervan.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden argumenten:
1. Ik vind sporten leuk (mening) omdat je er een betere conditie van krijgt (argument).
2. Ik vind 1m1 een leuke klas (mening) omdat ze gezellig zijn maar ook willen werken (argument).

Slide 9 - Slide

Ik vind regen vies.
Mening of argument?
A
Mening
B
argument

Slide 10 - Quiz

Want ze smaken altijd zo zoet.
A
mening
B
argument

Slide 11 - Quiz

Opdrachtje (10 min)
Schrijf de volgende mail: Je moest een presentatie houden, maar wegens omstandigheden was je afwezig. Je docent laat je deze presentatie alleen maar inhalen als je een geldige reden hebt. Schrijf een mail waarin je uitlegt waarom je afwezig was en waarin je vraagt om uitstel. Je geeft dus redenen (argumenten) waarom je uitstel zou moeten krijgen.
(Tip: Deze mail is formeel. Zijn er regels waar je je aan moet houden? Hoe sluit je de email af?)


Slide 12 - Slide

Mail denaar mij. Ik ben de docent aan wie je uitstel vraagt.
wal@lyceumypenburg.nl

Slide 13 - Slide