Geef op basis van de casus aan wat objectief en subjectief is
Karina heeft nachtdienst. Het valt haar op dat een nieuwe zorgvrager, meneer Schootstra, heel laat gaat slapen. Als ze om één uur haar ronde loopt, zit hij nog rechtop in bed te lezen. Om twee uur is eindelijk het licht uit. Als Karina om zes uur haar laatste ronde loopt, is meneer al wakker. ‘Goedemorgen!’ roept hij als hij Karina’s hoofd om de hoek van de deur ziet.