Grammatica Meervoud

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Dit gaan we doen vandaag:

• Meervoud van mensen en dingen leren

• Oefenen verschillende vormen van meervoud 

Lesdoelen, na vandaag:

• Hebben we geleerd hoe je meervoud maakt (1 geit, 2 geiten, één opa, twee opa's, één cadeau, twee cadeaus)
• Hebben we de verschillende vormen geoefend
  

Hoe praat je over meervoud?

Ik heb 1 pen.

IK heb 2 ......

Daar staat een hond.

Daar staan 3 ...........

Ik heb nog een opa.

Ik heb nog 2 .......

In mijn groep zit een meisje.

In mijn groep zitten 5 .......

MEERVOUD

Eén is enkelvoud, twee of meer is meervoud

Het meervoud maak je meestal door  -en   -s  of  's achter een woord te zetten.

                    één geit - twee geiten

                    één cijfer - twee cijfers

                    één baby - twee baby's

MEERVOUD

Let op bij korte en lange klanken:

Korte a,e,i,o,u? Dan twee medeklinkers daarna en dan -en!

Zoals: klassen, lessen, zinnen, bossen, kussen

MEERVOUD

Soms moet je een klinker weglaten,

of een medeklinker erbij doen. Dit is bij lange klanken.

één aap - twee apen

één kool- meer kolen

één pop - twee poppen

één kus - drie kussen

MEERVOUD

Maar let op bij:

* Twee medeklinkers op het eind? Dan blijven ook de twee klinkers. Zoals: kaart - kaarten, paard - paarden

* Laatste letter een f/s?

f -> v

s -> z

MEERVOUD

Na één a, i, o, u of y schrijf je 's in het meervoud

Ook na een afkorting schrijf je 's in het meervoud:

één wc - twee wc's, één tv - twee tv's

Na e, -el, -em, -en, er, -ie is het meervoud met -s

één jongen - twee jongens, één letter - twee letters

Na twee of meer klinkers schrijf je geen 's, maar s:

één cadeau - twee cadeaus

Van sommige woorden moet je het meervoud gewoon leren. Er is geen regel voor.

Bijvoorbeeld:

de stad  -  de steden

de dag  -  de dagen

het glas  -  de glazen

het schip  -  de schepen

Let op!

Bij veel woorden die eindigen op een f, verandert de f in het meervoud in een v (één wolf- twee wolven, één neef- twee neven)

Bij veel woorden die eindigen op een s, verandert de s in het meervoud in een z (één saus- twee sauzen, één reus- veel reuzen.)

Hebben jullie het allemaal begrepen?

Hoe maak je meervoud van een woord?

• Je schrijft er en achter
• Je schrijft er een s achter
• Je schrijft er een  's achter
• Soms verandert de s in een z en de f in een v
• Soms haal je een klinker weg
• Soms schrijf je er een medeklinker bij