H2.1 + H2.2 Licht en schaduw

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

les 6

- SO

- 6.2 direct, indirect, difuus licht en schaduw

HW volgende les

m. 1, 4, 5, 6, 7 en 10

Leerdoelen

6.2.1 Je kunt lichtstralen tekenen.

6.2.2 Je kunt uitleggen wat de afstand tussen getekende lichtstralen betekent.

6.2.3 Je kunt uitleggen hoe je de grootte van een schaduwgebied bepaalt.

6.2.4 Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.

6.2.5 Je kunt het verschil tussen direct, indirect en diffuus licht uitleggen.

Natuurlijke lichtbron

Kunstmatige lichtbron

Indirecte lichtbron

verstrooiing

diffuus licht

Bij diffuse weerkaatsing wordt het licht

1. In één richting weerkaatst
2. In allerlei richtingen weerkaatst.

Lichtbron

is iets wat licht uitzendt

Natuurlijke lichtbronnen: zon, vuur, bliksem, lichtworm

Onnatuurlijke (kunstmatige lichtbron: gloeilamp, TL buis, LED-lamp

Dit plaatje is een voorbeeld van

1. natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron

Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is

1. Kaars
2. Maan
3. Zon
4. Sterren

Kaarsen zijn een kunstmatige lichtbron omdat..?

1. Ze geen natuurlijk licht geven
2. Ze door de mens gemaakt zijn
3. In de natuur gevonden worden
4. Ze een natuurlijk licht geven

demo

schaduwvorming

Schaduw tekenen

Schaduw tekenen

Schaduw (kern en half): fout

Gezichtsveld tekenen

Aan de slag

Maak opdrachten werkboek

H2.2 Licht en Schaduw

Wat gaan we doen

• Toets bespreken
• Uitleg H2.2 + quiz
• Huiswerk

H2.2 Licht en Schaduw

Leerdoel:

• Je leert hoe je spiegelbeelden tekent.
  
• Je leert hoe je een spiegelbeeld kunt zien.

Waar is het spiegelbeeld?

1. Onder het water
2. Op het water
3. Boven het water

Waar is het spiegelbeeld?

1. Voor de spiegel
2. Op de spiegel
3. Achter de spiegel

Het spiegelbeeld dat je in een glazen ruit ziet bevindt zich op het glas.

1. Waar
2. Niet waar

Diffuse terugkaatsing

Witte muur weerkaatst het licht in alle richtingen omdat het een ruwe oppervlakte is. Dit heet diffuse terugkaatsing.

Terugkaatsing noem je ook wel reflectie. 

Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld

1. Diffuse reflectie
2. Spiegelende reflectie

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?

1. Diffuse reflectie
2. Spiegelende reflectie

Waar bevindt het spiegelbeeld zich?

1. loodrecht achter de spiegel
2. in de spiegel
3. voor de spiegel
4. op de plaats van het voorwerp

Hoe heet de lijn die loodrecht op de spiegel staat?

1. De normaal
2. Hoek van inval
3. Hoek van terugkaatsing
4. geen idee

Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en de afstand tussen het voorwerp en de spiegel?

1. Van spiegelbeeld tot spiegel is groter
2. Van voorwerp tot spiegel is groter
3. Beide afstanden zijn evengroot

Spiegelbeelden zien

Aan de slag

Lees Hoofdstuk 2.2  (blz 29 -31)

Maken opdrachten 22 t/m 26
Klaar? 27 t/m 30
klas 2a: Koppelcode: 13470
klas 2b: Koppelcode: 64040

Vul de antwoorden online.
Je mag wel in je boek werken en dan de antwoorden online invullen.