H6 SE voorbereiding 5H

H6 SE voorbereiding 5H
Pak je 4havo boek erbij en zoek hoofdstuk 6 Voeding en vertering op. 
Pak je Binas erbij. 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 37 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H6 SE voorbereiding 5H
Pak je 4havo boek erbij en zoek hoofdstuk 6 Voeding en vertering op. 
Pak je Binas erbij. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Vertering
Vertering is het kleiner
maken van voedingsstoffen
tot verteringsproducten,
zodat ze (klein genoeg
zijn en) opgenomen
kunnen worden in het
bloed. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Functies voedingsstoffen
1. Vetten: brandstof en bouwstof (hormonen/membranen)
2. Eiwitten: bouwstof voor cellen, enzymen en eiwithormonen
3. Water: bouwstof, transportmiddel, regulatie warmte 
4. Vitamines: beschermende stoffen (82A voor ADH-waarden)
5. Mineralen: bouwstof, werking cellen en beschermende stof (weinig nodig, spoorelementen
6. Koolhydraten: brandstof (overschot -> vet)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Enzym (chemische vertering)

Slide 8 - Slide

Optimumkromme

Slide 9 - Slide

Darmperistaltiek

Slide 10 - Slide

Verterings-stelsel

Vertering in verteringsorganen (82C) met behulp van verteringssappen (82E en F)

Slide 11 - Slide

pH maagdarmkanaal
- Maag is heel zuur:
Slijm als bescherming
Bacteriën ook gedood. 
Peptase werkt optimaal. 
- Alvleeskliersap neutraliseert:
Enzymen van alvleessap en 
dunne darmsap
werken dan optimaal

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Polymeren
= Grote stoffen die opgebouwd zijn uit een groot aantal vrijwel identieke moleculen, zoals koolhydraten, vetten en eiwitten (67F, G, H en 71C).
Zetmeel is een polysachariden uit heel veel glucosemoleculen.
Eiwit uit aminozuren en DNA uit nucleotiden. 
-> Moeten verteerd worden voor opname bloed.
-> Vitamines, glucose en mineralen zijn klein genoeg

Slide 14 - Slide

Koolhydraatvertering
- Speekselklier maakt amylase: polysacharide zetmeel-> disacharide maltose
- Alvleessap: hogere pH met nog meer amylase 
- Dunne darmsap maakt maltase: disacharide maltose-> monosacharide glucose 

Bron 9 op blz 198 van je boek. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Eiwitvertering
- Maag: Peptase 
- Alvleessap: peptidasen 
- Dunne darmsap: peptidasen

Slide 17 - Slide

Vetten vertering
Gal emulgeert vetten
Enzym lipase breekt vetten af. 

Slide 18 - Slide

Mondholte
- Mechanische vertering: oppervlaktevergroting
- Speekselklieren: enzym zetmeelvertering

Slide 19 - Slide

Slokdarm

Slide 20 - Slide

Maag
Maagwand is geplooid en bevat maagsapklieren:
1. Zoutzuur 
2. Pepsinogeen
3. Slijm

Slide 21 - Slide

Twaalfvingerige darm
- Alvleessap uit alvleesklier 
- Gal wordt gemaakt door lever en opgeslagen in galblaas. Helpt bij vertering vetten. 

(82C, E en F)

Slide 22 - Slide

Gal
Gal wordt gemaakt in lever en afgegeven aan galblaas of twaalfvingerige darm.
Gal bestaat uit bilirubine (van restje Hb), galzure zouten (uit cholesterol) en andere afvalstoffen. 

Slide 23 - Slide

Dunne darm
Verschillende typen enzymen uit de darmsapklieren voltooien koolhydraat-, eiwit- en DNA-vertering. 
Darmcellen nemen verteringsproducten op.
(82C)

Slide 24 - Slide

Resorptie: opname voedingsstoffen

Slide 25 - Slide

Opname voedingsstoffen
- Opname van voedingsstoffen in dunne darm.
- De voedingsstoffen, die in water op kunnen lossen komen in darmslagader en via poortader naar de lever. 
- Bijv. monosachariden (glucose), mineralen, vitamines, aminozuren en nucleotiden. 
- De lever slaat ze op of bewerkt ze en geeft ze af aan de rest van de bloedsomloop. 

Slide 26 - Slide

Vetproduct opname
- Dekweefselcellen van de darm verpakken vetproducten in eiwitbolletjes. 
- Dan via weefselvloeistof naar lymfe. Met de lymfe naar de ondersleutelbeenader en in bloedsomloop.
 

Slide 27 - Slide

Blinde darm
- Begin dikke darm met aanhangsel appendix. 
- Bevat veel darmbacteriën
- Na diarree-aanval daardoor snel herstel

Slide 28 - Slide

Dikke darm
- Veel bacteriën die met hun enzymen stoffen afbreken (cellulose) en nuttige stoffen maken (bv vitamine K). 
- Terugresorptie water.  

Slide 29 - Slide

Darmbacteriën
In de dikke darm zijn er veel, bijvoorbeeld bacteriën die fungeren als enzymen voor afbraak cellulose, bacterën voor het aanmaken van vitamine K, versterken van immuunsysteem of het maken van ontstekingsremmende stoffen. 

Slide 30 - Slide

Endeldarm en anus
Endeldarm: tijdelijke opslag ontlasting
Anus: opening omgeven door een kringspier

Slide 31 - Slide

Lever 

Slide 32 - Slide

Verwerken van gifstoffen

Medicijnen en alcohol worden afgebroken door de lever. Lukt niet in een keer dus per keer dat het door de lever gaat minder in je bloed. 

Slide 33 - Slide

Verwerken voedingsstoffen
1. Koolhydraten: bij te veel glucose in poortader wordt dit opgeslagen in glycogeen-> evt. terug omgezet in glucose. 
2. Aminozuren en eiwitten: Aminozuren worden omgezet in anderen (essentiële kan je niet zelf maken) of afgebroken en er ontstaat ureum. 
3. Vetachtige stoffen: bewerken, verpakken en versturen of maken fosfolipiden en cholesterol.

Slide 34 - Slide

Oefenen met examenvragen
Een stencil met 4 examenvragen om te oefenen.

Slide 35 - Slide


Koemelk bevat slechts 3 gram eiwit per 100 gram. Gedroogde sojabonen bevatten 40 gram eiwit per 100 gram. Toch is de biologische waarde van koemelk hoger dan van gedroogde sojabonen.
Leg uit waardoor de biologische waarde van de eiwitten van koemelk toch hoger is dan die van sojabonen.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide