HV2B 27/2

Welkom
- Ga rustig op je plaats zitten en leg je lesboeken, schrift, etui en leesboek op tafel.
- Ga 10 minuten lezen uit je leesboek.
timer
10:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
- Ga rustig op je plaats zitten en leg je lesboeken, schrift, etui en leesboek op tafel.
- Ga 10 minuten lezen uit je leesboek.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Je kunt zinnen formuleren waarin de betekenis van het woord uit de context op te maken is.

Slide 2 - Slide

Programma van vandaag
- Huiswerk nakijken (zinnen met de grijze woorden op blz. 47 OB).
- Oefenen met verwijswoorden.
- Tijd over? Verder met de oefentaken in Numo

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken
Zinnen maken met de grijze woorden op blz. 47 OB.

Slide 4 - Slide

Cognitief
  • Wat met het verstand te maken heeft
  • Puzzels maken helpt je cognitieve vaardigheden te ontwikkelen, zoals nadenken en problemen oplossen.
Cruciaal
  • Doorslaggevend, belangrijk
  •  Het is cruciaal dat je op tijd vertrekt naar het station, anders mis je de trein.

Slide 5 - Slide

Emanciperen
  • Gelijke rechten en kansen krijgen
  • Vroeger mochten vrouwen niet stemmen, maar door de jaren heen zijn ze steeds meer geëmancipeerd en hebben ze gelijke rechten gekregen.
Onder de knie krijgen
  • Ergens steeds beter in worden
  • In het begin vond ik breuken moeilijk, maar na veel oefenen heb ik het onder de knie gekregen.

Slide 6 - Slide

Oppikken
  • Leren
  • Toen we op vakantie waren in Spanje, heb ik een paar Spaanse woorden opgepikt, zoals ‘hola’ en ‘gracias’.
Sociaal-economisch
  • Positie in de maatschappij op basis van geld en sociale omgeving
  • Mensen met een moeilijke sociaal-economische situatie hebben vaak minder geld en kansen dan anderen.

Slide 7 - Slide

Veronderstellen
  • Ervan uitgaan dat iets zo is
  • Ik veronderstelde dat de winkel open was, maar toen ik er kwam, bleek hij gesloten.
Verwateren
  • Verdwijnen
  • De vriendschap tussen Tim en Lisa is verwaterd, omdat ze elkaar na de verhuizing bijna nooit meer zagen.

Slide 8 - Slide

Vooroordeel
  • Een mening die is gebaseerd op iets wat je eigenlijk niet goed weet
  • Het is een vooroordeel om te denken dat alle meisjes van roze houden en alle jongens van blauw.
Voortkomen uit
  • Ontstaan uit
  • Zijn liefde voor voetbal komt voort uit de tijd dat hij als klein kind al met een bal speelde.

Slide 9 - Slide

Synoniemen gebruik je om teksten leesbaar te houden.
Synoniemen zijn ....
A
woorden die je hetzelfde schrijft, maar een andere betekenis hebben.
B
woorden die je anders (om)schrijft, maar hetzelfde betekenen
C
woorden die je op meerdere manieren kunt schrijven en altijd iets betekenen
D
woorden die een soort beeldspraak in zich hebben.

Slide 10 - Quiz

Verwijswoorden:

''Ik heb een oude fiets, maar … rijdt nog goed.''
A
dat
B
dit
C
deze
D
die

Slide 11 - Quiz

De woorden 'daar' en 'hij' noemen we
A
lidwoorden
B
verwijswoorden
C
signaalwoord
D
werkwoorden

Slide 12 - Quiz

Het was vervelend dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg.
Het verwijst naar:
____
A
mijn vakantie
B
was vervelend
C
kiespijn
D
dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg

Slide 13 - Quiz

De toneelvereniging zal haar voorstelling dit jaar in de Nobelaer geven.
Haar verwijst naar:
_____
A
De toneelvereniging
B
voorstelling
C
dit jaar
D
in de Nobelaer.

Slide 14 - Quiz

Roken kan schadelijk voor je gezondheid zijn: daar kun je kanker van krijgen.
Daar ... van verwijst naar:
___________
A
Roken
B
schadelijk
C
voor je gezondheid
D
Roken kan schadelijk voor je gezondheid zijn

Slide 15 - Quiz

Huiswerk vrijdag 28 februari 5e uur
-Je oefent minimaal 15 minuten met de taken in Numo (verwijswoorden, onderwerp en hoofdgedachte, tekstsoort & tekstdoel en verbanden & signaalwoorden).
- Neem je opgeladen laptop mee.
- Je hoeft deze les je lesboeken niet mee te nemen!!!

Slide 16 - Slide