This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
bespreken opdrachten 1.5
Slide 1 - Slide
Log in met je telefoon bij lessonup
spinnervragen
quizvragen
open vragen
Slide 2 - Slide
3.7 weefselvloeistof en lymfe
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Weefselvloeistof en lymfe:
Je kunt de kenmerken en de functies van weefselvloeistof en lymfe noemen
Slide 4 - Slide
Programma
Lezen 3.7 blz. 229
uitleg, met vragen tussendoor.
opdrachten maken
Slide 5 - Slide
view.publitas.com
Slide 6 - Link
De lymfevaten vertonen overeenkomsten met de aders, geef een voorbeeld van een overeenkomst.
Slide 7 - Slide
Hoe heet de vloeistof die zich tussen de cellen bevindt?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Lymfe stroomt sneller dan bloed
A
waar
B
niet waar
C
soms
Slide 10 - Quiz
Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof
Slide 11 - Quiz
Welke stoffen bevinden zich in lymfe?
A
zuurstof en voedingsstoffen
B
koolstofdioxide en afvalstoffen
C
witte bloedcellen
D
alle stoffen in A, B en C zitten in lymfe
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Hoe heet de plaats waar een aantal lymfevaten samenkomen?
A
lymfeklier
B
lymfe
C
lymfevat
Slide 14 - Quiz
Wat is de functie van de lymfeknopen (lymfeklieren)?
A
Halen voedingsstoffen uit lymfe
B
Zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
C
Halen zuurstof uit lymfe
Slide 15 - Quiz
Op welke plek komt de lymfe weer in het bloed?
Slide 16 - Slide
Geef de letter van de slagader.
Slide 17 - Open question
Hoe heet de vloeistof die zich tussen de cellen bevindt?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Vocht uit haarvaten geperst = weefselvloeistof.
Bevat zuurstof en voedingsstoffen, geeft af aan cellen.
Neemt koolstofdioxide en andere afvalstoffen op
Terug opgenomen in haarvaten
Rest via lymfevaten ( WV heet nu lymfe) terug naar
Door bloeddruk wordt vocht uit haarvaten geperst = weefselvloeistof.
Functie: Transport
Bevat zuurstof en voedingsstoffen, geeft af aan cellen.
Neemt koolstofdioxide en andere afvalstoffen van cellen op.
Deel weefselvloeistof terug opgenomen in haarvaten. Rest via lymfevaten terug naar de rechterlymfestam en de borstbuis. Via bovenste holle ader naar hart.