This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
bord 4A 012
Max
Iris Emma
Gijs Brit
Stan Marjolijn
Elsje Maxim
Lisa Muryan
xx
Lise
Bjorn
Roos
xx
xx
x
x
Giovanni
Jorik
xx
xx
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Weefselvloeistof en lymfe:
Je kunt de kenmerken en de functies van weefselvloeistof en lymfe noemen
Slide 3 - Slide
Vragen over bs. 4? even bladeren
lezen blz. 106 t/m 108
timer
5:00
Slide 4 - Slide
view.publitas.com
Slide 5 - Link
De lymfevaten vertonen overeenkomsten met de aders, geef een voorbeeld van een overeenkomst.
Slide 6 - Slide
Hoe heet de vloeistof die zich tussen de cellen bevindt?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Lymfe stroomt sneller dan bloed
A
waar
B
niet waar
C
soms
Slide 9 - Quiz
Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof
Slide 10 - Quiz
Welke stoffen bevinden zich in lymfe?
A
zuurstof en voedingsstoffen
B
koolstofdioxide en afvalstoffen
C
witte bloedcellen
D
alle stoffen in A, B en C zitten in lymfe
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Hoe heet de plaats waar een aantal lymfevaten samenkomen?
A
lymfeklier
B
lymfe
C
lymfevat
Slide 13 - Quiz
Wat is de functie van de lymfeknopen (lymfeklieren)?
A
Halen voedingsstoffen uit lymfe
B
Zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
C
Halen zuurstof uit lymfe
Slide 14 - Quiz
Op welke plek komt de lymfe weer in het bloed?
Slide 15 - Slide
Hoe heet de vloeistof die zich tussen de cellen bevindt?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Vocht uit haarvaten geperst = weefselvloeistof.
Bevat zuurstof en voedingsstoffen, geeft af aan cellen.
Neemt koolstofdioxide en andere afvalstoffen op
Terug opgenomen in haarvaten
Rest via lymfevaten ( WV heet nu lymfe) terug naar
Door bloeddruk wordt vocht uit haarvaten geperst = weefselvloeistof.
Functie: Transport
Bevat zuurstof en voedingsstoffen, geeft af aan cellen.
Neemt koolstofdioxide en andere afvalstoffen van cellen op.
Deel weefselvloeistof terug opgenomen in haarvaten. Rest via lymfevaten terug naar de rechterlymfestam en de borstbuis. Via bovenste holle ader naar hart.