Nouns en Articles

Nouns en Articles



Grammar 
Theme 2
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nouns en Articles



Grammar 
Theme 2

Slide 1 - Slide

What do you already know about nouns and articles?

Slide 2 - Mind map

Zelfstandige naamwoorden (NOUNS)
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die mensen, dingen, plaatsen of ideeën benoemen.

Regelmatige zelfstandige naamwoorden = een standaard meervoudsvorming ( bv. DOCTOR - DOCTORS)
Onregelmatige zelfstandige naamwoorden = speciale meervoudsvormen hebben (bv. LADY - LADIES)

Slide 3 - Slide

Exercise 1: NOUNS

Write down the correct plural noun form 

Slide 4 - Slide

Lidwoorden (THE ARTICLES)
Lidwoorden 'a' en 'an' 

 'A' = wordt gebruikt voor woorden die beginnen met medeklinkers

'An' = wordt gebruikt voor woorden die beginnen met klinkers ( VOWELS).

Slide 5 - Slide

Exercise 2: A/an

Use the correct article: a or an?

Slide 6 - Slide

Lidwoord: The
Het lidwoord 'the' wordt gebruikt:

- om naar iets specifieks te verwijzen of nadruk te leggen

vb.  the summer of 2006

- naam van specifieke gebouwen 
vb. The Britisch Museum

- een groep mensen
vb. the rich

Slide 7 - Slide

Oefening 3: The or not

Choose if the sentence the article 'The' is needed or not!

Slide 8 - Slide

Praktijkoefening

Write a short story in which they use correct nouns and articles.


min of 150 words.

Slide 9 - Slide

Peer Review

1. Exchange your story with your classmate.
2. Check each others grammar and if nouns and articles are used correctly.

Slide 10 - Slide