Mens en activiteit hoofdstuk 3

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 3,4

Mens en activiteit

Wat hebben we de vorige les gedaan en of geleerd?

Mens en activiteit hoofdstuk 3

Leerdoelen

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over

- Generatie Z

- Sekse en gender

- De ontwikkeling van tieners en jongeren

Wat betekend het woord generatie

Hoe lang duurt een generatie

1. 15 jaar
2. 20 jaar
3. 10 jaar
4. 5 jaar

Tot welke generatie behoren jullie?

1. Boomers
2. Generatie Z
3. Generatie Y
4. Generatie A

Generatie Z

Generatie-Z. Zij zijn tussen 1995 en 2010 geboren. Deze generatie is opgegroeid in een tijd van internet, apps, sociale media en smartphones.

De ontwikkeling van seksualiteit, het zelfstandig worden en een eigen smaak of mening vormen belangrijk voor beide leeftijdsgroepen.

Generatie Z

Generatie-Z is opgegroeid in een onzekere wereld. Denk maar aan de terreuraanslagen, economische crisis waardoor veel mensen hun baan verloren, de coronacrisis en oorlogen. Daardoor voelen zij een druk om alles goed voor elkaar te hebben. Ze willen zekerheid. Generatie Z wordt ook wel ‘digital natives’ genoemd. Dit betekent dat dit jongeren zijn die van kinds af aan zijn opgegroeid met online technologie.

Wie van jullie hoort bij Generatie-Z?

Herken je dingen die hier beschreven staan?

Kenmerken van generatie Z

1. Zekerheid

2. Technologie

3. Competitief

4. Diversiteit

 

Hoe verwelkom je Gen Z op de werkvloer en waarom is dat zo belangrijk?

Belangrijk voor generatie-Z 

Duurzaamheid

2. Activisme

3. Zelfexpressie

4. Meta verse

5. Muziek

6. Culturen ontdekken

Ontwikkelingsfases

12 – 18 jaar Tiener

18 – 25 jaar Jongeren (jong volwassenen)

Wat weet jij over de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van een tiener. Noem per ontwikkeling drie zaken.

Tieners 12-18 jaar 

Lichamelijke ontwikkeling

De tiener groeit heel snel, dit wordt ook wel eengroeispurt genoemd. Ook ontwikkelen de geslachtorganenzich. Ze doen hun eerste ervaringen op met relaties

Je wordt geboren als man en je voelt je ook man. Hoe dat?

1. Non-binair
2. Transgender
3. Man
4. Cisgender

Wanneer je geboren bent als man, maar je voelt je een vrouw. Hoe heet dat?

1. Non-binair
2. Vrouw
3. Transgender
4. Ciagender

Je voelt je geen man maar ook geen vrouw. Hoe heet dat?

1. Non-binair
2. Transgender
3. Cisgender
4. Mens

Welke geestelijke en sociale ontwikkeling maken pubers door?

Wat is identiteit?

Tieners 12-18 jaar

Begeleiding en activiteiten

Tieners zijn vaak onzeker. Hier kun je op inspelen door:

complimenten te geven

goed naar een tiener te luisteren

duidelijke uitleg te geven.

Tieners houden van uitdagende activiteiten.

Wat zijn open vragen?

1. Vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.
2. Beginnen vaak met wat, waarom, wie, welke of wanneer.
3. Zijn bedoeld als openingszin.
4. Geven beperkt ruimte om te antwoorden

wat zijn geslotenvragen?

1. Vragen die je met ja of nee kunt beantwoorden
2. Vragen die beginnen met wie, wat, waar, wanneer.
3. Vragen die je stelt aan klanten in de winkel
4. Vragen die je krijgt tijdens een sollicitatiegesprek

Aan de slag

Wat staat er in de planner?

Aftekenen

Spel ontwikkelen

Opdracht 5 moduleboekje

Bedenk en beschrijf twee spellen waarbij de grove- en kleine motoriek van een kleuter gestimuleerd wordt.

Bedenk en beschrijf twee spellen waarbij de grove- en kleine motoriek van een schoolkind gestimuleerd wordt.

Bedenk en beschrijf twee spellen waarbij de grove- en kleine motoriek van een oudere gestimuleerd wordt.

Beschrijf de spellen en vermeld de spelregels. Voeg foto’s van de spellen toe en vertel waarom ze de grove- en kleine motoriek stimuleert en hoe.

 

Dit is een …………. motoriek

1. Grove
2. Fijne

Motoriek is een...

1. Lichamelijk aspect
2. Cognitief aspect
3. Emotioneel aspect
4. Seksueel aspect

Grove motoriek

1. 
2. 

Is dit de grove motoriek of de fijne motoriek?

1. Fijne motoriek
2. Grove motoriek

Is dit de grove motoriek of de fijne motoriek?

1. Fijne motoriek
2. Grove motoriek

Hier zie je een...…...motoriek

1. Fijne motoriek
2. Grove motoriek
3. Algemene motoriek
4. Kleine motoriek

Aan de slag

Wat staat er in de planner?

Aftekenen

Spel ontwikkelen

Eindopdracht