Hoofdstuk 3 mens en activiteit

Hoofdstuk 3 Mens en activiteit deel 1

Activiteiten voor tieners en jongeren

1 / 33
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 33 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 Mens en activiteit deel 1

Activiteiten voor tieners en jongeren

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3 lesdoelen
Aan het einde van de les:

  1. Weet je wat generatie Z is
  2. Kan je de begrippen sekse en gender omschrijven

Slide 2 - Slide

Generatie-Z 
Generatie-Z is opgegroeid in een onzekere wereld. Denk maar aan de terreuraanslagen, economische crisis waardoor veel mensen hun baan verloren, de coronacrisis en oorlogen. 
Daardoor voelen zij een druk om alles goed voor elkaar te hebben. Ze willen zekerheid. Generatie Z wordt ook wel ‘digital natives’ genoemd. Dit betekent dat dit jongeren zijn die van kinds af aan zijn opgegroeid met online technologie.
Wie van jullie hoort bij Generatie-Z?
Herken je dingen die hier beschreven staan?


Slide 3 - Slide

Kenmerken van generatie Z 
1. Zekerheid
2. Technologie
3. Competitief
4. Diversiteit

Slide 4 - Slide

Belangrijk voor generatie-Z 
1. Duurzaamheid
2. Activisme
3. Zelfexpressie
4. Meta verse
5. Muziek
6. Culturen ontdekken

Slide 5 - Slide

Bekijk de video : Hoe verwelkom je Gen Z op de werkvloer en waarom is dat zo belangrijk?

Slide 6 - Slide

Ontwikkelingsfasen 
Dit zijn de verschillende ontwikkelingsfasen bij tieners en jongeren van 12 t/m 25 jaar.
  • 12 – 18 jaar Tiener
  • 18 – 25 jaar Jongeren (jong volwassenen)

- Wat weet jij over de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van een tiener. Noem per ontwikkeling drie zaken.

Slide 7 - Slide

Tieners 12-18 jaar
Lichamelijke ontwikkeling
De tiener groeit heel snel, dit wordt ook wel een groeispurt genoemd. Ook ontwikkelen de geslachtorganen zich. Ze doen hun eerste ervaringen op met relaties.

Slide 8 - Slide

Sekse of intersekse?

De lichamelijke kenmerken die het lichaam van mensen
vrouwelijk of mannelijk maken noemen we sekse.

Wie vrouwelijke kenmerken heeft, heeft als sekse vrouw.
Wie mannelijke kenmerken heeft, heeft als sekse man.

Mensen die zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken hebben, noemt men intersekse.
Stel je wordt geboren als man en je voelt je ook een man dan heet dat cisgender.
Mannen die zich een vrouw voelen dan ben je een transgender.
Als je je geen man voelt en ook geen vrouw dan heet dat non-binair.





Slide 9 - Slide

Tieners 12-18 jaar
Geestelijke en sociale ontwikkeling
In de puberteit veranderen het gedrag en de interesses van tieners. Denk aan verliefdheid, uiterlijk, vrienden, muziek en influencers.
Tieners worden zelfstandiger en trekken zich niet meer zoveel aan van hun ouders. Ook willen ze nieuwe dingen ontdekken en uitproberen.
Hierdoor krijgen ze vaak conflicten met
hun ouders.
In deze periode ontwikkel je je identiteit.
Wat is identiteit?



Slide 10 - Slide

Tieners 12-18 jaar

Begeleiding en activiteiten
Tieners zijn vaak onzeker. Hier kun je op inspelen door:
  • complimenten te geven
  • goed naar een tiener te luisteren
  • duidelijke uitleg te geven.
  • Tieners houden van uitdagende activiteiten.
  • Ook wisselen ze vaak van interesse,
  • daarom is het belangrijk hen te bevragen.




Slide 11 - Slide

Opdracht 3.05 (blz 68)

Slide 12 - Slide

Opdrachten maken
Maken opdrachten 3.01 - 3.13 (blz 63-76)
Avatar Canva (blz 71)

Deelopdracht 3: Ken je doelgroep (blz 223-237)

3.01 (onderzoek)
3.02 (activiteit kiezen)
3.03 (voorbereiding observatie)
3.05 (evaluatie)

Slide 13 - Slide

Les afsluiten
Aan het einde van de les:

  1. Weet je wat generatie Z is
  2. Kan je de begrippen sekse en gender omschrijven

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 3 Mens en activiteit
Deel 2
Activiteiten voor tieners en jongeren
Startopdracht:
Maak de losse opdracht - je kan in je boek opzoeken
Planning:
- uitleg deel 2 (hoofdstuk 3)
- rollenspel
- opdrachten maken en nakijken
- Canva opdracht

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 3 lesdoelen
Aan het einde van de les:
  1. Kan je het verschil benoemen tussen open en gesloten vragen
  2. Kan je vertellen wat er komt kijken bij de ontwikkeling van tieners en jongeren. 
  3. Weet je welke activiteiten bij deze doelgroep passen.
  4. Weet je hoe je om moet gaan met conflicten.

Slide 16 - Slide

Inleiding lezen (blz. 63)

Slide 17 - Slide

Begeleiding en activiteiten
Als je een activiteit organiseert voor tieners, houd dan rekening met hun interesse, bijvoorbeeld uitdaging. 

Tieners veranderen vaak van interesses daarom is het handig als je regelmatig de tieners waarvoor je een activiteit organiseert bevraagt. Je kunt dit met open en gesloten vragen doen.

Slide 18 - Slide

Open en 
gesloten vragen


Een open vraag is een vraag waarbij de ander vrij wordt gelaten welk antwoord hij wil geven.

Een gesloten vraag is een vraag waar maar één antwoord op mogelijk is bijvoorbeeld ja/nee of een keuze a/b.


Slide 19 - Slide

Jongere/jong volwassenen 18 – 25 jaar


Lichamelijke ontwikkeling
Het lichaam is nu volgroeid.
Wat zich nog wel ontwikkelt is de kracht van de spieren en de hersenen.

Slide 20 - Slide

Geestelijke en sociale ontwikkeling


  1. Jongeren maken zich los van hun ouders.
  2. Ze hebben een eigen mening en maken eigen regels.
  3. Het kan en moet altijd beter, sneller en meer zijn, daardoor voelen ze veel stress.

Social media heeft hier een grote invloed op.


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Communicatie

Wanneer je in gesprek gaat, open en gesloten vragen stelt, moet je rekening houden met de communicatie. 

Communicatie is het overbrengen van een boodschap. 

Slide 23 - Slide

Communicatie

Verbale communicatie????
Non-verbale communicatie????????

Slide 24 - Slide

Communicatie

Verbale communicatie = met woorden
Non-verbale communicatie = zonder woorden (met uitdrukkingen)

Slide 25 - Slide

Online communicatie

Online communicatie is het overbrengen van een boodschap via internet denk aan e-mail, app.

Slide 26 - Slide

 Conflicten
Door miscommunicatie kunnen conflicten ontstaan.
Wat kan je doen om dit te voorkomen?

Slide 27 - Slide

Actief luisteren
Basisvaardigheden van actief luisteren:
  • Kijk de spreker aan
  • Knik even als je de ander wilt laten weten dat je het begrepen hebt.
  • Stel vragen om de ander beter te begrijpen.
  • Geef een korte samenvatting van het verhaal.
  • Begin niet je eigen verhaal te vertellen.
  • Laat de ander uitpraten.

Een andere methode om goed te luisteren is de LSD methode.

Slide 28 - Slide

Communicatie

Stappen bij het bespreken van een conflict.
  1. Wat is het probleem?
  2. Zeg wat je dwars zit en stel vragen.
  3. Bedenk oplossingen.
  4. Bedenk een oplossing waar je beide tevreden mee bent.
  5. Controleer na een tijdje of het een goede oplossing was.

Slide 29 - Slide

Opdracht 3.15 (blz 68)

Slide 30 - Slide

Opdrachten 3.20 (blz. 85)
Je gaat een gesprek voeren met je klasgenoot. 
Je oefent met de LDS methode. 

Slide 31 - Slide

Opdrachten maken
  • Hoofdstuk 1 t/m 3 afmaken + nakijken en verbeteren met een andere kleur!

  • Moodboard zelfbeeld (blz 77) (CANVA - via CLASSROOM)

Deelopdracht 3: Ken je doelgroep (blz 223-237)
3.01 (onderzoek)
3.02 (activiteit kiezen)
3.03 (voorbereiding observatie)
3.05 (evaluatie)

Slide 32 - Slide

Les afsluiten
Aan het einde van de les:

  1. Kan je het verschil benoemen tussen open en gesloten vragen
  2. Kan je vertellen wat er komt kijken bij de ontwikkeling van tieners en jongeren. 
  3. Weet je welke activiteiten bij deze doelgroep passen.
  4. Weet je hoe je om moet gaan met conflicten.

Slide 33 - Slide