5.4 Oog en bril 3K deel 2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

H5 Licht

Wat gaan we doen vandaag?

• Herhalen werking van het oog
• Uitleg lens en oog
• HW: opdrachten H5 afronden

Beeld construeren met een bolle lens

Reëel beeld

5.4 Oog en bril

Blz 102 in je boek

De bouw van het oog

De werking van het oog

De werking van het oog

De pupil is afhankelijk van de lichtsterkte:

• Veel licht → kleine pupil
• Weinig licht → grote pupil

Als je dichtbij en ver weg scherp wil 

zien zal je oog accommoderen:

• Dichtbij → hele bolle lens
• Ver weg → minder bolle lens

Oefenopdrachten

1. Op welk onderdeel van je oog wordt het beeld gevormd?
2. Als er licht op je oog valt, beweegt het door de doorzichtige onderdelen van je oog. Wat zorgt ervoor dat er meer licht (bijvoorbeeld wanneer het donker is), in je oog kan komen?
3. Wat gebeurt er met je pupil wanneer je een fel verlichte ruimte binnen stapt?
4. Anne leest een boek. Terwijl ze het boek leest komt er in de verte een auto aan. Ze kijkt op naar de auto in de verte. Wat gebeurt er met haar ogen?

Bijziendheid

2

4

3

1

Verziendheid

2

4

3

1

Oefenopdrachten

1. Iemand die bijziend is heeft positieve lenzen in zijn bril
2. Iemand die verziend is kan van dichtbij goed zien. 
3. Bilal is verziend, zijn ooglenzen zijn te sterk.
4. Cheyenne kan alles wat dichtbij is, goed zien. Voorwerpen die veraf zijn, ziet ze wazig. Cheyenne is verziend.
5. Als je verziend bent zijn je ooglenzen te sterk.
6. Mieke heeft een bril met bolle glazen, dus ze is bijziend.

Zelf aan de slag

Maak de opdrachten van 5.4 af.

Klaar?

Laten checken bij mij en een fijne middag!