V2 Frans 4 maart 2021
1 / 31
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Link
Slide 4 - Link
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte des chaussures verts.
B
Elle porte des chaussures vert.
C
Elle porte des chaussures verte.
D
Elle porte des chaussures vertes.
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.
C
Elle porte une robe bleu.
D
Elle porte une robe bleues.
Slide 11 - Quiz
Welke zin is goed geschreven?
A
Une prof sérieux
B
Une prof sérieuse
C
Des profs sérieuxs
D
Une prof sérieuses
Slide 12 - Quiz
La tour Eiffel est ________
A
hautes
B
haut
C
haute
D
hauts
Slide 13 - Quiz
les _________ filles
A
jolie
B
jolies
C
joli
D
jolis
Slide 14 - Quiz
De vriendschap =
A
L'amour
B
L'ami
C
L'amitié
D
La copine
Slide 15 - Quiz
mieux
A
meer
B
meeste
C
beter
D
soms
Slide 16 - Quiz
en retard
A
te laat
B
eindelijk
C
echt
D
achter
Slide 17 - Quiz
sous
A
soms
B
zonder
C
voor
D
onder
Slide 18 - Quiz
ce matin
A
vanochtend
B
vandaag
C
vanmiddag
D
vanavond
Slide 19 - Quiz
en train de
A
in de trein
B
bezig met
C
de hele tijd
D
trainen
Slide 20 - Quiz
maintenant
A
na
B
gemiddeld
C
achter
D
nu
Slide 21 - Quiz
mignon
A
schattig
B
grappig
C
minder
D
beter
Slide 22 - Quiz
rigoler
A
delen
B
lol hebben
C
regenen
D
kijken naar
Slide 23 - Quiz
assez
A
eerlijk
B
nogal
C
samen
D
genoeg
Slide 24 - Quiz
sans
A
tijdens
B
zonder
C
soms
D
vaak
Slide 25 - Quiz
parfois
A
soms
B
vaak
C
gedeeld
D
eenmalig
Slide 26 - Quiz
partager
A
aankomen
B
deelnemen
C
delen
D
vertrekken
Slide 27 - Quiz
alleen
verlegen
eindelijk
meer dan
eerlijk
enfin
juste
seul
plus de
timide
