Autisme

Autisme 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Autisme 

Slide 1 - Slide

Ik heb autisme
Ik ben Mees en ik heb autisme. Ik wil jullie graag vertellen wat autisme is, waaraan je kan merken dat ik autisme heb en hoe jullie mij daarmee kunnen helpen.

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie al over Autisme?

Slide 3 - Mind map

Filmpje
Laten we eens naar dit filmpje kijken. Zijn er dingen die in het filmpje worden verteld die ik ook heb?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke dingen uit het filmpje zie je ook bij mij?

Slide 6 - Mind map

Kenmerken van autisme
- Snel boos worden.
- Ik vind het moeilijk om een verhaal te vertellen.
- Niet goed tegen je verlies kunnen.
- Goed in rekenen.
- Niet op tijd stoppen.
- Niet begrijpen wanneer iets een grapje is.
- Veranderingen zijn moeilijk, bijv een invaljuf.
- Wil graag alles van te voren weten anders ben ik in de war.

Slide 7 - Slide

Kijk goed naar deze plaat, wat zie je?

Slide 8 - Slide

Wat zag je op de plaat?

Slide 9 - Mind map

Bal
Fiets
Glijbaan
Boom
Klimrek
Kinderen
Moeder
Vogel
Driewieler
Klimwand
Wat ziet iemand met autisme?

Slide 10 - Slide

timer
0:05000

Slide 11 - Slide

Speeltuin!!!

Slide 12 - Slide

Dat duurde lang!
Dat klopt!
Ik heb veel langer de tijd nodig om alles wat er te zien is apart te benoemen en dan samen te voegen tot speeltuin!

Slide 13 - Slide

Informatieverwerkingsstoornis
Een ander woord voor autisme is informatieverwerkingsstoornis. Dat betekent dat alle informatie die mijn hersenen binnenkomt door mijn ogen en oren (dus alles wat ik zie en hoor) op een andere manier wordt verwerkt. Vaak merk ik dingen niet op of pas veel later. Net zoals bij de plaat zie ik pas veel later dan andere kinderen dat het een speeltuin is. En soms snap ik het helemaal niet. Horen en zien is niet hezelfde als snappen.

Slide 14 - Slide

Wat snap ik niet zo goed?
- Ik vind het vooral moeilijk om andere kinderen te snappen en te zien hoe zij zich voelen.
- Ik neem veel dingen serieus, dus grapjes tegen mij snap ik niet zo goed.
- Ik zie niet goed wanneer iemand blij is of juist niet.
- Ik zie niet goed wanneer kinderen mijn  gedrag niet meer leuk vinden.
- Ik reageer daarom niet snel genoeg op STOP.

Slide 15 - Slide

Hoe kan je mij helpen?
- Vertel het mij als je een grapje maakt.
- Gebruik het codewoord als ik niet op tijd stop.
- Schakel de juf of meester in als ik na het codewoord niet stop.
- Laat mij met rust als ik boos ben.
- Daag mij niet uit.
- Houd er rekening mee dat ik anders denk dan jij.

Slide 16 - Slide

Met autisme word je geboren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Autisme gaat vanzelf weer over als je ouder wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Voor autisme kan je een pilletje nemen zodat je er geen last meer van hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Een ander woord voor autisme is een informatieverwerkinsstoornis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Dat ik snel boos word komt door mijn autisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Ik zie het meteen als iemand verdrietig is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Ik stop soms niet op tijd als iemand het niet meer leuk vindt. Dat komt omdat ik het leuk vind om door te gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Ongeveer 1 op de 100 kinderen heeft autisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Autisme heb je alleen op school.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Als ik weet dat iemand autisme heeft moet ik mij een klein beetje aanpassen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Vragen??

Slide 27 - Slide