In de afbeelding zie je de bouw van de huid.
Door de opperhuid steken haren. De haren groeien van onderaf aan. Naast de haren liggen talgklieren. Talgklieren maken talg, een vettige stof. Talg houdt de haren en de hoornlaag soepel.
In de lederhuid liggen de warmte-, koude-, druk- en
tastzintuigen. De tastzintuigen liggen in tastknopjes
vlak onder de kiemlaag. De drukzintuigen liggen dieper
in de huid. Daarnaast liggen in de lederhuid: pijnpunten,
haarspiertjes, bloedvaten en zweetklieren.
Onder de huid ligt het onderhuidse bindweefsel. Hierin
ligt vet opgeslagen dat dient als reservevoedsel. Het
vet vormt een isolerende laag, die warmteverlies van
het lichaam tegengaat.