Spelling M2 deel 1

Spelling deel 1
Over de pvtt
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spelling deel 1
Over de pvtt

Slide 1 - Slide

Hoe vind je een persoonsvorm?
1. Verander de tijd van een zin. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
(2. Maak een vraagzin. Het woord dat vooraan staat, is de persoonsvorm)
Jan heeft Piet een hand gegeven. 

Slide 2 - Slide

Persoonsvorm spellen
Het is voor de spelling belangrijk dat je weet hoe je de ik-vorm van een werkwoord spelt.

Slide 3 - Slide

Geef de ik-vorm van:
beven

Slide 4 - Open question

Geef de ik-vorm van:
hopen

Slide 5 - Open question

Geef de ik-vorm van:
stoppen

Slide 6 - Open question

Geef de ik-vorm van:
worden

Slide 7 - Open question

Geef de ik-vorm van:
verliezen

Slide 8 - Open question

Geef de ik-vorm van:
stampen

Slide 9 - Open question

De pvtt
- Nooit een -d toevoegen! 
ik snoep 
jij snoept
snoep jij
hij/zij/het snoept
wij snoepen
jullie snoepen
zij snoepen

Slide 10 - Slide

De pvtt
Alle pvtt volgen dezelfde regels!
ik snoep                              ik vind
jij snoept                             jij vindt
snoep jij                               vind jij 
hij/zij/het snoep           hij/zij/het vindt
wij snoepen                      wij vinden
jullie snoepen                   jullie vinden
zij snoepen                        zij snoepen                      Twijfel je? Gebruik snoepen!

Slide 11 - Slide

De klas (kiezen) morgen een nieuwe klassenvertegenwoordiger

Slide 12 - Open question

Ik (vinden) pure chocolade het lekkerst, maar melk en wit (lusten) ik ook wel.

Slide 13 - Open question

In onze achtertuin (worden) een perenboom geplant.

Slide 14 - Open question

Verf (drogen) sneller door een speciale drogingslamp.

Slide 15 - Open question

De brilbeer (leven) in Zuid-Amerika in de bossen van de Andes.

Slide 16 - Open question

We gaan nu door met grammatica zinsdelen



Pak je boek voor je op bladzijde 28-29.

Slide 17 - Slide