H3, spelling, B1C

Welkom!
  • Ga op je plek zitten
  • Pak je leesboek
  • Ga alvast in je leesboek lezen :-)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
  • Ga op je plek zitten
  • Pak je leesboek
  • Ga alvast in je leesboek lezen :-)

Slide 1 - Slide

Lezen in je leesboek



Je gaat 10 minuten, in stilte, lezen in je leesboek!


Waarom? Op 19 december heb je een mindmap gemaakt van je boek.



timer
10:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?


9.40 - 9.50 - Lezen in je leesboek

9.50 - 10.10 - Uitleg pv tt

10.10 - 10.20 - Zelfstandig aan het werk










Slide 3 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

ik werk

werk jij?

jij werkt

zij/zij werkt

wij werken

jullie werken

zij/ze werken


ik vind

vind je?

jij vindt

hij/zij vindt

wij vinden

jullie vinden

zij/ze vinden


Slide 4 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Bij de meeste werkwoorden hoor je of er een -t achter moet. Bij een werkwoord dat eindigt op -den weet je dat niet. Vul dan in gedachten lopen in, je hoort of er -t achter komt of niet.


1. Els vind.... hem erg leuk --> Els loopt hem erg leuk. DUS: Els vindt hem erg leuk.

2. Vind... jij die jongen aardig? --> Loop jij die jongen aardig? DUS: Vind jij die jongen erg aardig?

https://www.youtube.com/watch?v=px4XffMyWyo

Slide 5 - Slide

Zelfstandig werken

Maken: opdracht 1, 2 en 3 (blz. 85)

Hoe? In stilte, je mag fluisteren met je buurman/buurvrouw

Klaar? Maak opdracht 4 en 5 ook.

Vraag? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je.


Uitkomst: Je kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd goed schrijven.

Slide 6 - Slide

Les afsluiting





Uitkomst: Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed kan schrijven.




Slide 7 - Slide

Wat gaan we doen?

11.15 - 11.25 - Lezen in je leesboek

11.25 - 11.35 - Opdrachten afmaken

11.40 - 11.50 - Kahoot

11.50 - 11.55 - Lesafsluiting

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken

Maken: opdracht 1, 2 en 3 (blz. 85)

Hoe? In stilte, je mag fluisteren met je buurman/buurvrouw

Klaar? Maak opdracht 4 en 5 ook.

Vraag? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je.


Uitkomst: Je kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd goed schrijven.

Slide 9 - Slide

Slide 11 - Slide