H5 Les 2 bijvoeglijk

Het bijvoeglijk naamwoord
Klas 2E

1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het bijvoeglijk naamwoord
Klas 2E

Slide 1 - Slide

timer
10:00
Lezen

Slide 2 - Slide

Planning
Lezen
Terugblik: lidwoorden en zelfstandig naamwoorden
Uitleg bijvoeglijk naamwoord
Lesson Up
Aan de slag in het boek

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Na deze les....
- Kun je 3 voorbeelden geven van zelfstandig naamwoorden
- Kun je 3 voorbeelden geven van bijvoeglijk naamwoorden

Slide 4 - Slide

Terugblik
Zelfstandig naamwoorden 

Slide 5 - Slide

Zelfstandige naamwoorden




Mensen
docent, meisje, secretaresse, voetballer, bouwvakker, schoonheidsspecialist, bakker...
Dieren
Ezel, lieveheersbeestje, slang, tor, hond, muis, oxelot...
Planten/natuurverschijnselen
Zonnebloem, orkaan, regenbui, zonneschijn, eik, beukenboom...
Dingen/gevoelens
Tafel, schrift, fiets, kaasschaaf, geluk, liefde, haat, honger...
Eigennamen
Robin, Karel, Mees, Praxis, Amsterdam, Eiffeltoren, Jansen...

Slide 6 - Slide

Nieuwe theorie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Deze stoel is gemaakt van hout.

De houten stoel is kapot.


Wat voor woordsoort is - houten - ?

Slide 11 - Slide

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quiz

Aardig
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quiz

Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz


De .... supporters gingen uit hun dak.
A
extra
B
fanatieke
C
slim
D
warme

Slide 15 - Quiz


Omdat ik jarig ben, krijg ik een .... gebakje.
A
lekker
B
warme
C
fanatieke
D
elektrische

Slide 16 - Quiz


Het jongetje dat de kennisquiz won, was erg .....
A
vers
B
warm
C
fanatieke
D
slim

Slide 17 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord?

Het roze T-shirt paste helemaal niet goed bij zijn bruine schoenen.
A
T-shirt
B
niet goed
C
roze - bruine
D
roze T-shirt

Slide 18 - Quiz

Blz 190 t/m 191
Opdracht 1 t/m 4

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide