LJ1 H1 TV werkwoorden

Werkwoorden
Een werkwoord is iets wat iemand doet of wat er gebeurt

Welk werkwoord heeft de volgende zinnen?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoorden
Een werkwoord is iets wat iemand doet of wat er gebeurt

Welk werkwoord heeft de volgende zinnen?

Slide 1 - Slide

Wij zitten vandaag bij Nederlands.
A
wij
B
Nederlands
C
zitten
D
vandaag

Slide 2 - Quiz

Morgen maken wij een toets.
A
maken
B
morgen
C
wij
D
toets

Slide 3 - Quiz

Wij leren veel van deze docent.
A
wij
B
docent
C
van
D
leren

Slide 4 - Quiz

Het is een aardige docent.
A
het
B
is
C
aardige
D
docent

Slide 5 - Quiz

Ik vind Nederlands het leukste vak.
A
Nederlands
B
vind
C
leukste
D
vak

Slide 6 - Quiz

Schrijf 5 werkwoorden op.

Slide 7 - Open question

In de volgende zinnen komen twee of meer werkwoorden voor. Welke?

Slide 8 - Slide

Ik ga voor de toets heel goed leren.
A
ga, leren
B
ga, toets
C
leren, toets
D
leren, ik

Slide 9 - Quiz

Ik wil heel graag goede cijfers halen.
A
ik, halen
B
graag, halen
C
wil, halen
D
goede, cijfers

Slide 10 - Quiz

Daarom ga ik de toets heel goed maken.
A
daarom, ga
B
ga, maken
C
goed, ik
D
ga, toets

Slide 11 - Quiz

Ik heb zo goed geleerd, dat ik een tien haal.
A
heb, goed, haal
B
heb, geleerd, haal
C
dat, ik, tien
D
heb, geleerd, tien

Slide 12 - Quiz

Schrijf van de volgende zinnen het woord op dat met een hoofdletter geschreven moet worden.

Slide 13 - Slide

we zijn nu bezig met een quiz in lessonup.

Slide 14 - Open question

we zitten op een school in hillegom.

Slide 15 - Open question

de school heet het fioretti college.

Slide 16 - Open question

we hebben nu les van meneer van der voort.

Slide 17 - Open question

hij is de leukste docent en komt uit lisse.

Slide 18 - Open question

De volgende vragen gaan over de, het, die en deze...
Welke woordjes horen ervoor?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

...... meisje met de rode haren zit bij ons in de klas.
A
de
B
het
C
deze
D
dit

Slide 21 - Quiz

...... jongen die altijd ruzie zoekt, zit ook bij ons in de klas.
A
dit
B
deze
C
de
D
het

Slide 22 - Quiz

Is het jouw nieuwe auto ....... nu kapot is?
A
die
B
dat
C
dit
D
de

Slide 23 - Quiz

..... fiets heb ik voor mijn verjaardag gekregen.
A
Die
B
Dit
C
Dat
D
Het

Slide 24 - Quiz

..... auto heb ik in ..... garage geparkeerd.
A
de, het
B
de, deze
C
het, die
D
dat, die

Slide 25 - Quiz

Op ..... school heb ik vroeger gezeten.
A
deze
B
het
C
de
D
dit

Slide 26 - Quiz

Zit je lekker op ..... stoel?
A
Die
B
Dat
C
Het
D
Dit

Slide 27 - Quiz

Wat is ...... reden dat je steeds tijdens ...... les te laat komt?
A
de, dit
B
het, deze
C
de, het
D
de, deze

Slide 28 - Quiz

..... stoel past heel mooi ..... tafel.
A
Die, het
B
Die, deze
C
Die, dat
D
Die, dit

Slide 29 - Quiz

Wat hoort er bij jongen?
de, het, die, dat, deze, dit

Slide 30 - Open question

Wat hoort er bij meisje?
de, het, die, dat, deze, dit

Slide 31 - Open question