Fictie L1 + kennismaking

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht

Startopdracht: schrijf vijf dingen op die bij Nederlands horen: 

waar ben je goed in en waar minder goed? 

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Schrift 
• Pen

Jeugdjournaal

Bedenk 2 inhoudelijke vragen...

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Kennismaking: Mevr. Vermeer
• Afspraken
• Mededelingen
• Fictie
• Zelfstandig werken
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik weet wat de afspraken zijn in de klas en wat ik mee moet nemen.
• Ik weet wat fictie en non-fictie is.
  
• Ik weet wat de setting van een verhaal is.
• Ik weet waarom lezen belangrijk is.
  
• Ik weet wat me leuk lijkt om te lezen.

Kennismaking

Loïs Vermeer

Docent Nederlands

[e-mail]

Aanwezig op ma, di, woe en vr

Wat neem je mee?

• Laptop 
• Schrift
• Lesboek Nieuw Nederlands
• Gevuld etui
• Oortjes
• Pasje mediatheek
• Leesboek

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Hoe ziet een Nederlands les eruit?

Startopdracht: 15 min. lezen

Dagopening/jeugdjournaal

Herhaling vorige les

Nieuwe stof behandelen (aan de slag)

Numo: 10 min.

Afsluiten

Het boek: Nieuw Nederlands

Ga naar de inhoudsopgave (blz 6- 7)

Werken in je schrift

• Zet altijd boven de opdrachten het onderwerp en het bladzijdenummer.
• Zet in de kantlijn het nummer van de opdracht.

Leesplan

Wat vind ik leuk om te lezen?

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?

Fictie =

verzonnen

(realistisch/niet-realistisch)

Voorbeelden:

• leesboeken en strips
• films
• toneelstukken
• gedichten

Non-fictie =

niet verzonnen

Voorbeelden:

• schoolboeken
• nieuwsberichten
• kookboeken
• handleidingen

Pictogrammen
(tekeningetjes)

Voor thema's/genres als:

liefde en vriendschap, sprookjes, dieren, school, humor, oorlog en verzet, sport, spanning en griezelverhalen.

Leesplan

Waarom lees ik?

Leesplan

Wat ga ik doen?

Hoe kun je voorspellen 

waar een boek over gaat?

• Bekijk de voorkant: lees de titel en bekijk het plaatje.
• Lees de flaptekst (de tekst op de achterkant).  
• Lees stukjes in het boek. 

Bibliotheekboeken geven je vaak nog extra informatie.

Setting en sfeer

• Plaats
• Tijd
• Omstandigheden 

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte
• Maak opdracht 1 en 2 van blz. 62 van je boek. Lees de groene tekst en schrijf de antwoorden in je schrift. 
• Heb je vragen? Steek je hand op. 
• Klaar? Maak opdracht 3 (blz. 65) of lees in je leesboek

Samenwerken

• Je mag rustig overleggen
• Maak opdracht 1 en 2 van blz. 62 van je boek. Lees de groene tekst en schrijf de antwoorden in je schrift.
  
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  
• Klaar? Maak opdracht 3 (blz. 65) of lees in je leesboek

Huiswerk

Maken:

• Kennismakingsformulier en opdracht 1 en 2 van blz. 62

Tijd over?

Numo:

schoolnaam = kalsbeekcollege

Lesdoelen

• Ik weet wat de afspraken zijn in de klas en wat ik mee moet nemen.
• Ik weet wat ik kan verwachten bij het vak Nederlands.
• Ik weet wat fictie en non-fictie is.
  
• Ik weet wat de setting van een verhaal is.
• Ik weet waarom lezen belangrijk is.
  
• Ik weet wat me leuk lijkt om te lezen.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!