Spreekwoorden

Spreekwoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Spreekwoorden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • Ken je de betekenis van enkele spreekwoorden en gezegden
  • Weet je het verschil tussen figuurlijk en letterlijk taalgebruik

Slide 2 - Slide

Wat zijn spreekwoorden en gezegden?

  • Een spreekwoord of gezegde is een korte, krachtige  uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.
  • Ze hebben vaak een figuurlijke betekenis. 

Slide 3 - Slide

Welke spreekwoorden en gezegden en je?

Slide 4 - Mind map

Welke spreekwoord wordt hier uitgebeeld? Wat betekent dit spreekwoord?

Slide 5 - Slide

Los de rebus op!

Slide 6 - Slide

Wat betekent 'De hond in de pot vinden'?
A
De hond is in de pot gaan zitten.
B
De hond heeft al het eten opgegeten.
C
Je hond kwijt zijn.
D
Je bent te laat voor het eten, alles is op.

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'Met het verkeerde been uit bed stappen'?
A
Uit bed vallen.
B
Met een slecht humeur de dag starten.
C
Aan de verkeerde kant van het bed uitstappen.
D
slaap wandelen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent 'Het is weer koek en ei'?
A
Ze hebben ruzie.
B
Ze zijn verliefd.
C
De ruzie is voorbij, ze zijn weer vrienden.
D
Ze gaan samen boodschappen doen.

Slide 9 - Quiz

1. Zo ziek als een hond

Slide 10 - Open question

2. Zo gezond als een vis

Slide 11 - Open question

3. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens

Slide 12 - Open question

4. Beter een goede buur dan een verre vriend

Slide 13 - Open question

5. Door de bomen het bos niet meer zien

Slide 14 - Open question

6. Het loopt als een trein

Slide 15 - Open question

8. Gezelligheid kent geen tijd

Slide 16 - Open question

7. Geld moet rollen

Slide 17 - Open question

9. Geen bericht, goed bericht

Slide 18 - Open question

10. Hij schreeuwt het van de daken

Slide 19 - Open question

Ken je nu meer spreekwoorden dan dat je voor de les kende?
Ja!
Nee.....

Slide 20 - Poll

Maak in duo's de combinatie van het spreekwoord/ gezegde en de betekenis. 


Klaar? Ga zelfstandig het werkboekje maken. Weet je iets niet? Zoek in het woordenboek of op google. 



 


Opdrachten

Slide 21 - Slide