MONOLOOG CHECKLIST

• Drama
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Monoloog checklist

Deze les ga je verder oefenen met je monoloog. In deze LessonUp vind je een checklist die je kunt checken om te zien hoeveel punten je kunt halen. 

Maar eerst nog wat checken...

Hoofdpersonen in een tragedie zijn meestal:

1. Helden, Goden of andere beroemde mensen
2. Kan iedereen zijn! Arm of rijk, levend of dood.

Het verschil tussen een dialoog en een monoloog is:

1. Een monoloog is een scène gespeeld door één persoon en een dialoog voor 2 personen of meer
2. Een monoloog is een scène gespeeld door 2 personen of meer en een dialoog is voor één persoon

De hoofdpersoon in een Griekse tragedie heet een:

1. Antagonist
2. Tritagonist
3. Protagonist

Waar speelt je scène zich ook alweer af?

(Floortje: in het paleis / Milan: buiten paleis, verdekt opgesteld / Kris: Op een hete droge plek (woestijn?) / Leendert: In een afgesloten grot

Dit heb je opgeschreven, klopt dat nog, of denk je daar nu anders over?

Even terughalen...

Hoe zou je jouw personage omschrijven? Gebruik hierbij alles wat je in de vorige les over je personage hebt geleerd!

De hoofdpersoon in een Griekse tragedie heet een:

1. Antagonist
2. Tritagonist
3. Protagonist

Monoloog checklist

(Hier krijg je punten voor)

1. Tekstkennis (1pt)
   
2. Een motief duidelijk gespeeld (wat je personage wil in de scene) (2pt)
3. Handelingen (wat doe je letterlijk in je scene) (4 pt)
4. Locatie (hoe laat je zien waar je bent, zonder het te zeggen?) (1pt)
5. Duidelijke 'opkomst' en 'afgang' (2pt)
6. Vaste plek van je camera (1pt)
7. BONUS: Gebruik van kleding/rekwisieten/groot spel/twist (3pt)

Tekst checklist

(Hier krijg je punten voor)

1. Het gaat over 1 moment in het verhaal, niet het hele verhaal (1pt)
2. Er is beschreven wat je personage doet (2pt)
3. Het motief komt in de tekst terug (1pt)
4. In de tekst wordt duidelijk dat het in het 'nu' afspeelt (1pt)
5. Er zitten minstens 3 regieaanwijzingen in je monoloog (1pt)
6. Minimaal 1/2 A4 lang (1pt)

Dat was het.