Beschrijf per werelddeel per land hiervan het volgende:
• De specifieke eetgewoontes die horen bij het gekozen land en de geloofs- of
levensovertuiging.
• Producten die speciaal zijn aangepast voor een bepaald geloof of dieet of een
bepaalde voedingswens. Welke aanpassingen zijn aan dit product gedaan om het
geschikt te maken?
• Welke producten kun je nu al (dus zonder aanpassingen te doen) verkopen aan
mensen met de gekozen geloofsovertuiging of eetwens?
• Wat zijn de specifieke aanpassingen in voedsel en bereiding waarmee je rekening
moet houden bij de door jou gekozen geloofsovertuiging of levensovertuiging?
• Beschrijf de receptuur van een specifiek gerecht en overleg met je groepje welke
gerechten jullie daadwerkelijk gaan bereiden.