mh H2 Herhalingsles

Je kunt voorbeelden noemen van hoe mensen zich aanpassen aan het klimaat waarin ze leven en je kunt de theorie en vaardigheden uit dit hoofdstuk toepassen op Coober Pedy.
We herhalen de lesstof van vorige paragrafen
Uitleg
Aardrijkskunde
Afmaken van de opdrachten
2.1, 2.2, 2.3: 1 t/m 6
2.4, 2.5, 2.6: 1 t/m 4
Leren voor de toets!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je kunt voorbeelden noemen van hoe mensen zich aanpassen aan het klimaat waarin ze leven en je kunt de theorie en vaardigheden uit dit hoofdstuk toepassen op Coober Pedy.
We herhalen de lesstof van vorige paragrafen
Uitleg
Aardrijkskunde
Afmaken van de opdrachten
2.1, 2.2, 2.3: 1 t/m 6
2.4, 2.5, 2.6: 1 t/m 4
Leren voor de toets!

Slide 1 - Slide

Download hier de werkbladen
https://debaasopinternet.nl/content/2-aan-de-slag/1-wie-mag-alles-van-me-weten/debaasopinternet-privacy-werkbladen.pdf
Vorige les
- Je kunt voorbeelden noemen van hoe mensen zich aanpassen aan het klimaat waarin ze leven.

- Je kunt de theorie en vaardigheden uit dit hoofdstuk toepassen op Coober Pedy.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Les 1
De invloed van de zon

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Weer
Gaat over:
  • Neerslag
  • Temperatuur
  • Bewolking
  • Wind

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klimaat
Het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar of langer.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Invalshoek van zonnestralen
Plaatsen met een hoge breedteligging,
dus met een hoge breedtegraad, liggen 
verder van de evenaar.
Daar is het dus kouder.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zomer & winter
Dag & nacht

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Les 2
De invloed van hoogte en de zee

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Water en Land
De zee warmt veel minder snel op dan land en koelt langzamer af. Hoe komt dat?

Mede dit gegeven zorgt in Nederland 
voor een gematigd klimaat.
Niet te warm, niet te koud.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De wind beïnvloedt de temperatuur boven land en zee.

  • wind van zee naar land: aanlandige wind.

  • wind van land naar zee: aflandige wind.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

in de zomer:
Hoe verder van de koelere zee, hoe warmer het wordt.
18
22
26

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

in de winter:
Hoe verder van de 'warmere' zee, hoe kouder!
8
2
-5

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zeestromen
  • Door de wind en temperatuurverschillen in de oceanen en zeeën ontstaan zeestromen: verplaatsingen van water in de oceanen en zeeën.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zomer: 
dicht bij de zee = minder warm
Winter: 
dicht bij de zee = minder koud
opdracht
Werk in tweetallen
- verklaar het verschil in temperatuur binnen Nederland in de zomer
- verklaar het verschil in temperatuur binnen Nederland in de winter
Geef je antwoord in de volgende vraag.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Samengevat:
  • Hoogte heeft invloed op de temperatuur
  • Zeestromen hebben invloed op de temperatuur
  • Wind heeft invloed op de temperatuur
  • Breedteligging heeft invloed op de tempertuur


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Les 3
Neerslag

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waterdamp
Water zit in lucht in gasvorm: waterdamp. Waterdamp in de lucht zie je niet. 

In warme lucht past meer damp dan in koude lucht.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wolkenvorming
Wordt de waterdamp kouder, condenseert het en ontstaan er wolken.
Te veel waterdamp -> er vormen druppels -> worden zwaarder -> vallen naar beneden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Stuwingsregen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Frontale Neerslag

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stijgingsregen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Les 3
Klimaatgrafieken

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Klimaatgrafiek
Om een duidelijk overzicht te geven van het klimaat worden er klimaatgrafieken gemaakt.

In een klimaatgrafiek staat informatie over neerslag en temperatuur op die plek.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vergelijken
Door klimaatgrafieken te vergelijken kan je bepalen of een land relatief warm of koud is, en relatief droog of nat is.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Relatief nat
Relatief koud
Relatief droog
Relatief warm

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Les 4
Soorten klimaten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Systeem van Köppen

Aan de hand van een klimaatgrafiek kan je bepalen welk soort klimaat er heerst.

Er zijn 5 klimaatgroepen volgens het Köppensysteem

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Klimaatsysteem van Köppen
Een grafiek bestaat uit een x-as en één of meerdere y-assen.
De x-as loopt horizontaal, van links naar rechts dus. De y-as(sen) lopen verticaal, omhoog dus.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

LB blz. 32
Door klimaatgrafieken te vergelijken kan je bepalen of een land relatief warm of koud is, en relatief droog of nat is.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag:
Lees nu de tekst op LB bladzijde 34-35

Maak daarna opdracht: 1 t/m 4, WB blz 30-31

Klaar? Overleg met de docent

Slide 32 - Slide

This item has no instructions