This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe zit je erbij?
Hoe zit je erbij?
Wat vond je van de vorige les(sen)?
Zijn er dingen waarover je vragen hebt?
Slide 2 - Slide
Doelstelling
Beroepstaalvaardigheid
Een proces-verbaal schrijven
Slide 3 - Slide
Wat is volgens jou een goed proces verbaal?
Slide 4 - Mind map
Wat is een pv?
Het proces-verbaal (pv) is een belangrijk basisdocument voor het gehele strafproces. Het bevat alle relevante feiten en omstandigheden die een politieambtenaar heeft waargenomen. De inhoud van het pv moet helder en duidelijk zijn en voldoen aan juridische eisen. Het schrijven van een goed proces-verbaal is net zo belangrijk als het andere politiewerk dat wordt gedaan op straat of aan het bureau.
Slide 5 - Slide
Wat voor soorten proces-verbaal kan je?
Slide 6 - Open question
Vormeisen
Welk soort proces-verbaal je ook maakt, een proces verbaal van aangifte, van aanhouding of van bevindingen; er zijn standaard vormeisen waaraan elk proces-verbaal moet voldoen. Deze vormeisen kunnen we verdelen in:
Slide 7 - Slide
Wettelijke eisen
(art. 152/153 Wetboek van Strafvordering): ten spoedigste, gedagtekend, ondertekend, redenen van wetenschap, persoonlijk opgemaakt, op ambtseed of -belofte.
Slide 8 - Slide
Overige eisen
Correct beschrijven van bestandsdelen van het betrokken strafbare feit, beschrijven van ambtshandelingen, chronologisch, alinea's, inleiding/kern/slot, samenhang, correct gebruik van de redenen van wetenschap, correct gebruik werkwoord tijden, filmisch schrijven, (in principe) geen conclusies en aannames beschrijven, eenduidigheid, goed leesbaar en met zo min mogelijk grammaticale en spellingsfouten (eindniveau moet zijn taalreferentieniveau 3F).
Slide 9 - Slide
Daarnaast hebben de verschillende processen-verbaal eigen vormeisen: een proces-verbaal van aangifte of een proces-verbaal van bevindingen schrijf je in de ik-vorm,
Belangrijke onderdelen in een proces-verbaal zijn:
decorbeschrijving
redenen van wetenschap
beschrijven van goederen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Tips
Verplaats je in de lezer: zou iemand die er niet bij was het verhaal begrijpen?
Schrijf een helder verhaal: vermijd moeilijk of ouderwets taalgebruik
Gebruik een duidelijke structuur en opbouw: schrijf op chronologische volgorde
Schrijf je eigen bevindingen op: niet wij, maar ik & trek geen conclusies
Slide 13 - Slide
Kennisclips bekijken
Bekijk in Itslearning de kennisclips van decor omschrijving en redenen van wetenschap
Slide 14 - Slide
Opdracht
Maak de opdracht in Itslearning:
Decorbeschrijving omschrijven en beantwoord de volgende vragen:
Welke woorden zijn niet concreet?
Welke zinnen kun je ook ander interpreteren?
Slide 15 - Slide
Opdracht
Maak vervolgens de opdracht decorbeschrijving in het verkeer
Lees de opdracht goed door wat de bedoeling is. Deze zal ook nog klassikaal besproken worden.
Slide 16 - Slide
Opdracht
Bekijk het volgende fragment en beantwoord de volgende vragen die staan bij de opdracht 'schrijven van redenen van wetenschap' in Itslearning
