08-02 Leesvaardigheid herhalen H1 tm 3 en Hst 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

HV 1R

Welkom

Programma deze les

• Eigen nieuwsartikel
• Uitleg over tekstverbanden en signaalwoorden (H4)
• Leesvaardigheidsquiz en opdrachten 

Leerdoel deze week

Je leert deze week over tekstverbanden en signaalwoorden. Ook herhalen we onderwerp, hoofdgedachte, inleiding en slot. 

De komende weken gaan we vooral met leesvaardigheid aan de slag!

Huiswerk

opdracht 2 en opdracht 4 leesvaardigheid Hst. 3, zie planning.

Huiswerk nakijken van Hst 2, zie bijlage.

Lezen Alaska t/m pag. 103

Nw Ned mee en krantenartikel. 

Extra oefenen met werkwoordspelling: bekijk het filmpje :  en maak opdrachten op cambiumned.nl. 

Lees je artikel en schrijf op ...

1. wat het onderwerp is
2. wat de hoofdgedachte is
3. zit er een inleiding in? een slot?
4. welke signaalwoorden zie je?
5. ...
6. wissel uit met je buur en beantwoord de vragen
7. welke verschillen zien jullie?

Leesvaardigheid

1.  onderwerp
2. deelonderwerpen
3. inleiding, slot en hoofdgedachte
4. tekstverbanden en signaalwoorden
   
5. doel van een tekst
6. tekst en beeld

Tekstverbanden en signaalwoorden

       wat valt je op in deze 

1: Snoep moet verboden worden op school. Het kost veel geld. Je krijgt er gaatjes van in je tanden. Je wordt er dik van. Het is wel lekker! 

twee teksten? 

2: Snoep moet verboden worden op school. Ten eerste kost het veel geld. Ook krijg je er gaatjes van in je tanden. Bovendien word je er dik van. Maar het is wel lekker! 

wat valt je op in deze 

1: Snoep moet verboden worden op school. Het kost veel geld. Je krijgt er gaatjes van in je tanden. Je wordt er dik van. Het is wel lekker! 

teksten? 

2: Snoep moet verboden worden op school. Ten eerste kost het veel geld. Ook krijg je er gaatjes van in je tanden. Bovendien word je er dik van. Maar het is wel lekker! 

Woorden, zinnen en alinea's hangen samen!

 Dankzij tekstverbanden en signaalwoorden. Welke tekstverbanden ken je nog? 

1. ...
2. chronologisch (tijd): eerst, daarna, vervolgens,..
3. opsommend: ten eerste, ten tweede, ook, en,...
4. tegenstellend: maar, toch, hoewel,...
5. toelichtend: zo, bijvoorbeeld, zoals, denk aan,...

Andere tekstverbanden, die je vast nog kent...

 

1. redengevend: want, omdat, daarom, namelijk...
2. concluderend: dus, al met al, samengevat,  kortom

Zoek tekstverbanden!

Hoofdstuk 4 onderdeel Lezen, tekst Hobby XL

opdracht 1, tekst 3

pagina 103

Moeilijke woorden?

•  ...

Samen

• onderwerp? 
• welke alinea's vormen de inleiding?
• wat is de hoofdgedachte?

Zelfstandig werken

• Maak opdr. 1 en 2, Hst 4 Leesvaardigheid

Quiz

In welk deel van de tekst komt een concluderend verband vaak voor?

1. inleiding
2. middenstuk
3. slot

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

1. De hele tekst precies lezen
2. Oriënterend lezen: tekst bekijken en eerste alinea lezen
3. Globaal lezen: globaal: je je leest de eerste en laatste zinnen van alle alinea’s.
4. Zoekend lezen: ik zoek het onderwerp op in de tekst

Lees de eerste alinea.

Bekijk de tussenkopjes.

Lees de titel.

Bekijk de afbeeldingen.

Let op anders gedrukte woorden.

Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Hoe ziet de indeling van een tekst er vaak uit?

1. Inleiding - middenstuk
2. Titel - inleiding - middenstuk
3. Inleiding - middenstuk - slot
4. Inleiding - deelonderwerpen

Wat is een deelonderwerp van een tekst?

Noem kenmerken van
een inleiding
van een tekst

Het slot van een tekst bevat over het algemeen

1. altijd een conclusie of samenvatting
2. meestal een conclusie of samenvatting
3. een advies
4. de mening van de schrijver

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

1. hoofdgedachte bevat de mening van de auteur
2. onderwerp is het duidelijker dan de hoofdgedachte
3. de hoofdgedachte is een zin met het belangrijkste wat over het ow wordt gezegd
4. hoofdgedachte is wat de lezer uit de tekst haalt

Schrijf het slot van deze tekst over "op vakantie gaan in eigen land" (minimaal 2 zinnen)

Welk tekstverband?
Apen zijn sociale dieren, dus zij leven graag in een groep.

1. opsommend
2. concluderend
3. redengevend
4. chronologisch

Welk tekstverband?
Ik ga graag naar school, maar niet als het vakantie is.

1. opsommend
2. concluderend
3. redengevend
4. tegenstellend

Wat heb je vandaag geleerd?