H4.3 Versnelling en kracht




H4.3 Kracht en versnelling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




H4.3 Kracht en versnelling

Slide 1 - Slide

4.3 Versnelling en kracht





Nettokracht : alle krachten bij elkaar opgeteld !
Let op + of -

Slide 2 - Slide

4.3 Versnelling en kracht
Een eenparige snelheid = Een constante snelheid
  1.   Er is geen kracht Of..
  2.   De nettokracht is 0 N
Een versnelde beweging = Je gaat steeds sneller
  1.   Er is een nettokracht, meewerkend
Een vertraagde beweging = Je gaat steeds langzamer
  1. Er is een nettokracht, tegenwerkende

Slide 3 - Slide

4.3 Versnelling en kracht

Een voorwerp versnelt in de richting van de netto kracht en de versnelling is recht evenredig met die netto kracht.

Slide 4 - Slide

4.3 Kracht en versnelling
Kracht en snelheid hebben met elkaar te maken. 

Voor beweging is kracht nodig.

Hoe groter de massa, hoe meer netto kracht er nodig is om te versnellen.

Slide 5 - Slide

4.3 Versnelling en kracht
Fnetto = m x a

Voorbeeld
Een auto, 1400 kg, heeft een motor die
een kracht levert van 7000 N.
Hoeveel is de versnelling van de auto ?
Maken
VWO : maak 4.3 opgaven 21 t/m 27
Havo : maal 4.3 opgaven 20 t/m 27

Slide 6 - Slide

Als de voortstuwende kracht > is dan alle tegenwerkende krachten samen:
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 7 - Quiz

De voortstuwende kracht is < dan alle tegenwerkende krachten samen. Het voorwerp
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 8 - Quiz

De voortstuwende kracht is gelijk aan alle tegenwerkende krachten.
Het voorwerp:
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video