Voortplanting planten BS 6.1t/m6.4

Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats. 
23
stempel
vruchtbeginsel
stijl
kelkblad
helmknop
helmdraad
bloemsteel
kroonblad
1 / 34
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats. 
23
stempel
vruchtbeginsel
stijl
kelkblad
helmknop
helmdraad
bloemsteel
kroonblad

Slide 1 - Drag question

In welk deel van de bloem worden eicellen gemaakt?
A
In de meeldraad
B
In de stamper
C
In de kroonbladeren
D
In de kelkbladeren

Slide 2 - Quiz

Uit welke twee delen bestaat een meeldraad?
A
Uit een stempel en vruchtbeginsel
B
Uit een helmknop en stijl
C
Uit een helmknop en helmdraad
D
Uit een stempel en stijl

Slide 3 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Kroonbladeren zijn vaak fel gekleurd
B
Kelkbladeren zijn vaak fel gekleurd
C
Kroonbladeren beschermen de bloem in knop
D
Kelkbladeren lokken insecten

Slide 4 - Quiz

In het vruchtbeginsel zitten acht zaadbeginsels.
Elk zaadbeginsel bevat
A
1 eicel
B
1 stuifmeelkorrel
C
8 eicellen
D
8 stuifmeelkorrels

Slide 5 - Quiz

Welke bloemen maken stuifmeel?
A
Bloem 1 en 3
B
Bloem 2 en 3
C
Alle bloemen
D
Alleen bloem 2

Slide 6 - Quiz

Windbloem
Insectenbloem
Windbloem
Insectenbloem

Slide 7 - Drag question

Welke van onderstaande eigenschappen hoort NIET bij een windbloem?
A
Er worden veel stuifmeelkorrels gemaakt
B
De kroonbladeren zijn fel gekleurd
C
Het stuifmeel is licht
D
De meeldraden en stampers hangen buiten de bloem

Slide 8 - Quiz

Welke van onderstaande eigenschappen hoort bij een insectenbloem?
A
Kleine, onopvallende kroonbladeren
B
De stempel is veervormig
C
De bloem maakt nectar
D
De stuifmeelkorrels zijn licht en glad

Slide 9 - Quiz


B3: Bevruchting

Slide 10 - Slide

De leerdoelen voor deze les:
-Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt. 
-Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven. 

Slide 11 - Slide

-Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt. 
  • Als een stuifmeelkorrel op de stempel ligt, maakt hij een stuifmeelbuis.
  • Zo komt hij bij de eicel in het zaadbeginsel terecht en ontstaat bevruchting.
  • de kern van de eicel en de kern van de stuifmeelkorrel komen samen in 1 cel.

Slide 12 - Slide

-Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven. 
  • Na de bevruchting ontwikkeld de eicel zich tot een kiem, het zaadbeginsel groeit ook.
  • Het is nu een zaadje waar een kiem in zit.
  • Voorbeeld: bruine boon
  • Het vruchtbeginsel vormt de vrucht, voorbeeld de peul waar de bonen in zitten.

Slide 13 - Slide

6.4 Vruchten en Zaden

Slide 14 - Slide

Gatentekst
Tijdens de ............................ worden stuifmeelkorrels naar de stempel gebracht. Deze maken dan de ................................. De stuifmeelkorrel kan dan naar het ........................ dat de eicel bevat. Als de eicel bevrucht is, ontwikkelen het .............................. en het ................................ tot bijvoorbeeld een appel. In de appel zitten zaden waar een ....................... uit kan groeien.

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
Ik kan beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en hoe hierdoor vruchten en zaden ontstaan.

Ik kan de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.
Ik kan voorbeelden noemen van eetbaar vruchtvlees en eetbare zaden

Slide 16 - Slide

Vruchten en zaden

Slide 17 - Slide

Peulvrucht

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Vruchtvlees
Het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht.


Slide 20 - Slide

Eetbare vruchten

Appel
Kers
Meloen
Tomaat
Peul
Courgette

Eetbare zaden

Bonen
Erwten
Pompoenpitten
Zonnebloempitten
Pinda's
Linzen



Slide 21 - Slide

Waarmee kun je een stuifmeelkorrel bij de mens vergelijken?
A
Een eicel
B
Een lichaamscel
C
Een spermacel
D
Een speekselcel

Slide 22 - Quiz

Waarmee kun je het zaadje van de plant vergelijken?
A
Een bevruchte menselijke eicel
B
Een baby in de buik
C
Dat kun je niet vergelijken
D
Het opgroeien van een kind

Slide 23 - Quiz

In welk onderdeel van een bloem vindt bevruchting plaats?




A
Helmknop
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 24 - Quiz

Deze sinaasappel bevat vier zaden en is na bevruchting uit een sinaasappelbloem gegroeid.

1.Hoe vaak heeft in deze bloem minstens bevruchting plaatsgevonden?
2. Hoeveel vruchtbeginsels zijn er betrokken geweest bij de vorming van deze vrucht?
A
1) 1 x bevruchting 2) 1 vruchtbeginsel
B
1) 1 x bevruchting 2) 4 vruchtbeginsels
C
1) 4 x bevruchting 2) 4 vruchtbeginsels
D
1) 4 x bevruchting 2) 1 vruchtbeginsel

Slide 25 - Quiz

Extra uitleg
De volgende dia's bevatten filmpjes en site's met extra uitleg.

1: uitleg onderdelen bloem. (video).
2: invuloefening onderdelen bloem. (biologiepagina.nl)
3: uitleg onderdelen bloem (bioplek.org).
4: voortplanting  planten (schooltv).
5: planten (over de hele plant, 45 minuten maar wel leuk).
6: snapput met 3 video's over bloemen en voortplanting (Erg duidelijk).
7: bestuiving door een hommel (schooltv)
8: presentatie over veel onderdelen van dit thema (19 minuten)

Slide 26 - Slide

0

Slide 27 - Video

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

0

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link