This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Vandaag:
- Begin van hoofdstuk 6: Statistiek
- Samen voorkennis ophalen
- Zelfstandig aan het werk met het huiswerk
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Gemiddelde
(....+....+....+....+....+....)/aantal cijfers
= gemiddelde
dus het gemiddelde van 2, 4 , 6 en 8 is:
(2+4+6+8)/aantal cijfers = gemiddelde
20/4 = 5
Slide 6 - Slide
MODUS
De modus is het getal dat het meeste voor komt. Dit mag maar 1 getal zijn, anders is er geen modus. Je gaat dus in een rij getallen op zoek naar de waarde die het meeste voorkomt.
Slide 7 - Slide
Wat is de modus?
A
7
B
8
C
7 en 8
D
Er is geen modus
Slide 8 - Quiz
frequentie en frequentietabel
Slide 9 - Slide
Wat is de modus van deze frequentietabel?
A
10
B
8
C
11
D
is er niet
Slide 10 - Quiz
Cirkeldiagram:
Een cirkeldiagram is verdeeld in
sectoren.
In een cirkeldiagram staan
percentages.
De hele cirkeldiagram is 100%
Slide 11 - Slide
Hoeveel procent heeft groene ogen?
A
32%
B
29%
C
37%
D
71%
Slide 12 - Quiz
Steelblad diagram
(een steelbladdiagram bestaat uit een steel (in dit voorbeeld uur) en een blad (in dit voorbeeld de dagen)
Slide 13 - Slide
Als ik bijvoorbeeld rond 6 uur 's ochtends met de bus wil op vrijdag in de vakantie dan kan ik alleen om 6:21 met de bus