What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Trede 4- woordenschat en spelling
Trede 4: woordenschat en spelling
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Trede 4: woordenschat en spelling
Slide 1 - Slide
snel beledigd
in een lastige positie terechtgekomen
stelt hoge eisen en heeft veel praatjes
degene die profiteert van het meningsverschil van (twee) anderen
lange tenen hebben
In de aap gelogeerd
hoog van de toren blazen
de lachende derde zijn
Slide 2 - Drag question
Wat is "aanleg" (binnen taalvaardigheid)?
A
Stenen in een pad leggen
B
Geschiktheid
C
Dat je een boot bij de steiger "parkeert"
D
bekwaamheid
Slide 3 - Quiz
Discipline is ...
A
vakgebied
B
concentratie
C
moed
D
kracht om vol te houden
Slide 4 - Quiz
Investeren is ...
A
nadoen
B
een vest breien
C
tijd of energie ergens aan besteden
D
tijd en geld aan niets besteden
Slide 5 - Quiz
Focus wil zeggen ...
A
imitatie
B
beeld
C
inzet
D
concentratie
Slide 6 - Quiz
Essentie betekent ...
A
het belangrijkste
B
onbelangrijkste
C
belangrijk
D
onbelangrijk
Slide 7 - Quiz
Futiliteit betekent ...
A
groots
B
halfbakken
C
detail
D
feestelijk
Slide 8 - Quiz
Heilzaam is ...
A
verstandig
B
ongezond
C
onverstandig
D
gezond
Slide 9 - Quiz
Kroost ...
A
hoort bij een eend
B
oudere mensen
C
is als een toost
D
kinderen
Slide 10 - Quiz
recent is ...
A
onlangs
B
afwezig
C
aanwezig
D
kortgeleden
Slide 11 - Quiz
Wat betekent...
tegenspreken
A
geheel, compleet
B
duidelijk worden, duidelijk zijn
C
waar je vanuit gaat
D
zeggen dat iets niet waar is
Slide 12 - Quiz
Wat betekent....
anticiperen
A
verlaten
B
vooruitlopen op
C
vertalen
Slide 13 - Quiz
Ik ken al heel veel van deze woorden!
A
ja
B
niet dus
C
nou nee
D
zeker
Slide 14 - Quiz
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald
Slide 15 - Quiz
Nadia en Noah hebben dat (beloven)
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd
Slide 16 - Quiz
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Ik heb (schaatsen).
Slide 17 - Open question
Hoe schrijf je het werkwoord in de verleden tijd?
Ik (koken) pasta.
Slide 18 - Open question
Hoe ga jij je voorbereiden op de afsluiting?
Slide 19 - Mind map
Succes met leren!
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Spelling Woordjes 1,2,3
January 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Oefentoets woorden en spelling hoofdstuk 1,2,3
January 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Oefenen toetsweek 1 - Over taal woordenschat
November 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Spellingsquiz
February 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
dinsdag 24/1
January 2023
- Lesson with
22 slides
Instructie
Lager onderwijs
woorden 2.3 les 2 synoniemen
February 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Laatste les voor het proefwerk
March 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Dalton klas 2 trede 12 - Schrijven - Trouw en opmaken
October 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2