Spaarvormen

Vandaag
- Sparen (financieel onafhankelijk; zo jong mogelijk?)
- vormen van sparen (wat zijn de mogelijkheden en hoe werkt het?)
Laatste les: toets info plus effectenbeurs (hoe werkt het?)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vandaag
- Sparen (financieel onafhankelijk; zo jong mogelijk?)
- vormen van sparen (wat zijn de mogelijkheden en hoe werkt het?)
Laatste les: toets info plus effectenbeurs (hoe werkt het?)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Video

spaarvormen (blz 90)
Wat is het verschil tussen omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel?
Schrijf min 2 voordelen en nadelen op van een kapitaaldekkingsstelsel
Benoem het verschil tussen lijfrenteverzekering en banksparen.
Wat is een nadeel van een deposito(spaarvorm)?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

verschil banksparen en lijfrente
Lijfrente wordt bij verzekeraar afgesloten, de premie wordt maandelijks betaald (soms aftrekbaar bij de belasting). Vanaf een bepaalde leeftijd (zelf afgesproken) krijg je een maandelijks uitkering tot overlijden.

Slide 7 - Slide

Banksparen
wordt geregeld bij de bank, aanvulling tot aan je pensioen (bij een pensioentekort) nadeel; geld mag je niet eerder opnemen, telt niet mee met de vermogensbelasting!

Slide 8 - Slide

Deposito spaarvorm
= niet vrij opneembaar
= boete betalen wanneer je eerder het bedrag opneemt
= alleen echt voordeling bij een hoge rente

Slide 9 - Slide

Bij welke van de 2 is er sprake van ruilen over tijd?

Kapitaaldekkingsstelsel of omslagstelsel?
A
Kapitaaldekkingsstelsel
B
Omslagstelsel
C
Beide
D
Geen van beiden

Slide 10 - Quiz

AOW-uitkeringen worden betaald met gebruik van het omslagstelsel
A
Onjuist; dan zou je zelf voor je AOW betalen
B
Juist; de AOW'ers hebben zelf de premies betaald
C
Juist; de werkenden betalen de premies voor de huidige AOW'ers
D
Onjuist; AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel

Slide 11 - Quiz

I. Pensioenfondsen gebruiken bij het vaststellen van premies en uitkeringen het omslagstelsel;
II. Premies die werknemers betalen aan het pensioenfonds noemt men gedwongen consumptie.
A
Bewering I onjuist Bewering II onjuist
B
Bewering I juist Bewering II juist
C
Bewering I onjuist Bewering II juist
D
Bewering I juist Bewering II onjuist

Slide 12 - Quiz

Bij het omslagstelsel ...
A
betaalt iedereen voor zichzelf
B
zijn uitkeringen waardevast
C
zijn uitkeringen welvaartsvast
D
is er sprake van verplichte solidariteit

Slide 13 - Quiz

Sparen voor je pensioen kan je doen via:
A
Banksparen
B
Lijfrente
C
Je werkgever
D
Zowel A, B en C zijn goed.

Slide 14 - Quiz

Welke spaarvorm is ter aan aanvulling op je pensioen het meest flexibel?
A
Banksparen
B
Beleggen
C
Lijfrentepolis
D
Spaarrekening

Slide 15 - Quiz

Depositospaarrekening
A
Een rekening waar je voor een vaste periode geen geld op mag zetten
B
Een rekening waar je alleen aangekondigd geld vanaf mag halen
C
Een rekening waar je voor een vaste periode geen geld af mag halen
D
Een rekening waar je altijd geld vanaf mag halen

Slide 16 - Quiz

Wat is het verschil tussen een spaarrekening en een deposito?
A
Weinig rente op een deposito en veel op spaarrekening
B
Geld staat vast bij deposito en niet op een spaarrekening
C
Een vaste looptijd op een spaarrekening
D
Variabele rente op het saldo van een deposito

Slide 17 - Quiz

John heeft € 2500,- op een deposito-rekening staan Hij ontvangt 3 jaar lang 1,5% rente. Bereken met behulp van enkelvoudige rente hoeveel rente hij na 3 jaar heeft ontvangen.
A
€ 112,50
B
€ 114,20
C
€ 150,-
D
€ 2614,20

Slide 18 - Quiz

Toetsstof
Schrijf maar mee.....

Slide 19 - Slide