Grammatik Kapitel 1 Oa2a

Wir üben die Grammatik!

1 / 38

Slide 1: Slide

DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wir üben die Grammatik!

Slide 1 - Slide

Hoe voel je je nu voorbereid op de toets van volgende week?

1-3

5-6

7-8

9-10

Slide 2 - Quiz

Grammatik A: zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Slide 3 - Slide

Hoe deden we dat ook alweer?

Slide 4 - Slide

Wo ............... du? Ich ............... in Ommen.
(vul twee keer 'wohnen' in)

Slide 5 - Open question

Ihr ............. das Essen hier, oder?
(lieben)

Slide 6 - Open question

.............. du Julie oder Ise?
(heißen)

Slide 7 - Open question

Fragen über Grammatik A?

Sonst gehen wir weiter mit Grammatik B: haben en sein!

Slide 8 - Slide

Ken je de rijtjes nog?

Slide 9 - Slide

Ich ............. vierzehn Jahre alt
(zijn)

Slide 10 - Open question

........... du neue Schuhe gekauft?
(hebben)

Slide 11 - Open question

......... ihr in den Niederlanden gewesen?
(zijn)

Slide 12 - Open question

Fragen über Grammatik B?

Sonst machen wir weiter mit Grammatik C! Het persoonlijk voornaamwoord in de eerste naamval

Slide 13 - Slide

Ken je het rijtje al?

Übersetze die niederländischen Wörter!

Slide 14 - Slide

(ik) bin in Ommen.

Slide 15 - Open question

(wij) fahren nach Deutschland.

Slide 16 - Open question

(zij) schlafen in einem Bett.

Slide 17 - Open question

Fragen über Grammatik C?

Dann machen wir weiter mit Grammatik D! De telwoorden tot en met 100

Slide 18 - Slide

Ken je ze al?

Welke makkelijker en moeilijk waren er ook alweer?

Slide 19 - Slide

Herr Maus wurde gestern 38

Slide 20 - Open question

99 Luftballons!

Slide 21 - Open question

Ich habe 68 Minuten gelaufen.

Slide 22 - Open question

Gibt es Fragen über Grammatik D?

Dann machen wir weiter mit Grammatik E! Het bepaald en onbepaald lidwoord.

Slide 23 - Slide

Ken je ze beide nog?

Slide 24 - Slide

der Junge
Dort sehe ich ....... (een) Junge.

Slide 25 - Open question

das Haus
Ich wohne in .......... (het) Haus.

Slide 26 - Open question

die Kinder
Ich habe noch .......... (geen) Kinder.

Slide 27 - Open question

Fragen über Grammatik E?

Dann machen wir weiter mit Grammatik F!

Slide 28 - Slide

Ken je ze allemaal al?

Slide 29 - Slide

das Haus
Ist das dein/deine Haus?

Slide 30 - Open question

der Mann
Mein/Meine Mann kommt gleich.

Slide 31 - Open question

Fragen über Grammatik F?

Dann zur letzte Grammatik: Grammatik G!

Slide 32 - Slide

Kennst du die Ordinalzahlen?

Slide 33 - Slide

Sie ist 1. geworden.

Slide 34 - Open question

Am 28. September habe ich Geburtstag.

Slide 35 - Open question

Das 8. Haus ist blau.

Slide 36 - Open question

Welche Fragen habt ihr noch?

Slide 37 - Open question