2A 11 april 2018

La clase de hoy
- Je herkent de belangrijkste vraagwoorden in het Spaans
- Je gebruikt deze vraagwoorden in een gesprek
- Je weet of en wat je nog moet leren voor het SO

1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

La clase de hoy
- Je herkent de belangrijkste vraagwoorden in het Spaans
- Je gebruikt deze vraagwoorden in een gesprek
- Je weet of en wat je nog moet leren voor het SO

Slide 1 - Slide

De vraagwoorden

- Pak je aantekeningenschrift en een pen
- Laat je chromebooks dicht

- Luister goed en schrijf mee!
- Vragen > vingers!

Slide 2 - Slide

De vraagwoorden
¿Qué?                               Wat
¿Quién?                           Wie
¿Cómo?                           Hoe
¿Dónde?                         Waar               (¿De dónde? ¿Adónde?)
¿Por qué?                       Waarom
¿Cuál?                              Welke              (bij kiezen)
¿Cuánto?                        Hoeveel

Slide 3 - Slide

De vraagwoorden
-In het Spaans met een accent.
-Vragende zinnen beginnen en eindigen met een vraagteken ¿ ?

¿Cómo?         > como
¿Qué?             > que
¿Por qué?     > porque

Slide 4 - Slide

De vraagwoorden
-Een paar voorbeelden:
1. ¿Cómo te llamas?
2. ¿Dónde vives?
3. ¿Qué quieres?
4. ¿Quiénes son ustedes?
5. ¿Cuánto cuesta?
6. ¿Cuántos años tienes?


Slide 5 - Slide

De vraagwoorden
-Let op bij:
Quién                       Quiénes
Cuál                          Cuáles
Cuánto                    Cuánta                Cuántos             Cuántas

Wat gebeurt hier?

Slide 6 - Slide

De vraagwoorden
Quién en Cuál hebben een meervoud
Cuánto heeft een meervoud én een vrouwelijke vorm

¿Quién es usted?                                   ¿Quiénes son ustedes?
¿Cuál es tu color favorito?                ¿Cuáles son tus colores favoritos?
¿Cuánto cuestan los tomates?
¿Cuánto dinero tienes?                      ¿Cuánta plata tienes?
¿Cuántos hermanos tienes?            ¿Cuántas hermanas tienes?

Slide 7 - Slide

Bron G
Maak nu Bron G in je werkboek op pag. 45 (opdracht 21 a,b,c)
Kom je er niet uit? Pak dan je tekstboek op pag. 22 erbij (Bron G)

Je hebt hiervoor tien minuten.
Werk eerst vijf minuten alleen.
Na vijf minuten mag je overleggen met je buurman of -vrouw.
Je mag geen muziek luisteren.

Ben je al klaar? > zie volgende slide
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Sneller klaar dan de rest?
  1.  Ga dan naar deze website en luister naar het fragment.
      2. Schrijf de betekenis op van de woorden: qué, dónde en cómo
      


Slide 9 - Slide

Antwoorden Bron G
21 a
  1. ¿Quién?
  2. ¿Qué?
  3. ¿Dónde?
  4. ¿Por qué?
  5. ¿Cuándo?
  6. ¿Cuáles?
  7. ¿Cuánto(s)?

Slide 10 - Slide

Antwoorden Bron G
21 b
  1. Cuál
  2. Cuánto
  3. Cuándo
  4. Quién
  5. Dónde

Slide 11 - Slide

Antwoorden Bron G
21 c
  1. Quién
  2. Dónde
  3. Por qué
  4. Cuánto
  5. Qué

Slide 12 - Slide

Dialoog
- Maak de opdrachten van het stencil
- Vertaal eerst de vragen, voer daarna de dialoog.
- Je werkt samen met je buurman of -vrouw.
- Zijn jullie klaar? Dan wissel je van rol.
- Je hebt zeven minuten voor de opdrachten.
- Twee tweetallen doen de dialoog voor de klas.
- Ben je eerder klaar dan de rest, dan kun je alvast leren voor je SO (zie volgende slide). 
timer
7:00

Slide 13 - Slide

Leren voor het SO
- voca 2.1 tm 2.3 (N-S) WB p.55+56
- aanvullende werkwoorden 1-24 (roze werkwoordenblad)
- regelmatige ww op -ar,-er,-ir
- llamarse
- ser + estar + hay (zowel vervoegingen als verschil) 

Als je niet weet wat je wilt doen > ga naar GPL en kijk wat je nog moeilijk vindt
Je werkt in stilte en alleen
Je mag geen muziek luisteren

Slide 14 - Slide

La clase de hoy
- Je herkent de belangrijkste vraagwoorden in het Spaans
- Je gebruikt deze vraagwoorden in een gesprek
- Je weet of en wat je nog moet leren voor het SO

Slide 15 - Slide