AI: Vriend of vijand?

AI: Vriend of vijand?
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

AI: Vriend of vijand?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het gebruik en de voor- en nadelen van AI bespreken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over AI?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is AI?
AI staat voor Kunstmatige Intelligentie. Het verwijst naar computersystemen die taken kunnen uitvoeren die normaal gesproken menselijke intelligentie vereisen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Gebruik van AI
AI wordt gebruikt in verschillende sectoren zoals gezondheidszorg, transport, financiën en entertainment. Het helpt bij het automatiseren van taken, verbeteren van efficiëntie en nemen van beslissingen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voordelen van AI
AI kan repetitieve taken sneller en nauwkeuriger uitvoeren dan mensen. Het kan ook grote hoeveelheden gegevens analyseren en patronen ontdekken die moeilijk door mensen te herkennen zijn.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Nadelen van AI
AI kan fouten maken als het wordt getraind op vooringenomen of onvolledige gegevens. Het kan ook banen vervangen en ethische dilemma's veroorzaken, zoals privacykwesties en verlies van menselijke interactie.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Schrijf een tekst van 150 woorden over AI en laat AI een tekst van 150 woorden over AI schrijven.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Discussie
Bespreek de voor- en nadelen van AI en vergelijk de tekst van de studenten met de tekst gegenereerd door AI.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten over het gebruik en de voor- en nadelen van AI.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.