3.2 De Bloedsomloop (apart)

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

- Ik weet wat het bloedvatenstelsel is

- Ik ken de drie type bloedvaten

- Ik ken de werking van de kleine bloedomloop

- Ik ken de werking van de grote bloedomloop

Met LessonUp

We gaan deze les gebruiken om de bloed, de werking van bloed en de bloedvaten te herhalen

BK: lezen blz 145 154, maken opdr: 1 t/m 5 en 7, 8

KGT: lezen blz 166 t/m 174, maken opdr: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8

Ik weet wat de dubbele bloedsomloop is en ik kan dit uitleggen

Eerst even herhaling

Wat is bloed?

• Pasgeboren baby heeft 300 tot 400ml bloed
• Volwassen mens heeft ongeveer 5/6 liter bloed
• Bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar organen en voert afvalstoffen zoals CO2 weg
• Bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen

Bloedplasma

• Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma en 45% uit bloecellen

• In het bloedplasma zitten water (91%), plasma-eiwitten (7%) en opgeloste stoffen (o.a. zouten)

• Het bloedplasma vervoert veel stoffen (zoals voedingsstoffen, koolstofdioxide, afvalstoffen en klein beetje zuurstof)

De bloedcellen

Rode bloedcellen

• cellen zonder celkern
• gemaakt in beenmerg van botten
• rode kleurstof hemoglobine
• rode bloedcellen vervoeren   hierdoor zuurstof
  
• Bloedarmoede: te weinig rode     bloedcellen / hemoglobine
• 5.000.000 per mm3

Hemoglobine

• In rode bloedcellen zit hemoglobine

• Hemoglobine bevat het mineraal ijzer

• Door hemoglobine kunnen rode bloedcellen makkelijk zuurstof opnemen en afgeven

• Tekort aan hemoglobine zorgt voor vermoeidheid

hemoglobine----->

Witte bloedcellen

• wel een celkern
• geen vaste vorm
• maken ziekteverwekkers onschadelijk door insluiting (fagocytose) of door antistoffen
• Etter of pus: dode witte bloedcellen en gedode bacteriën
• 7000 per mm3

Bloedplaatjes

• geen echte cellen, maar delen van uiteengevallen cellen
• spelen een rol bij bloedstolling
• bloedplaatjes zorgen dus voor een korstje
• 300.000 mm3

Het bloedvatenstelsel

Dit bestaat uit:

- hart en de bloedvaten

De bloedsomloop

De weg die het bloed door het lichaam aflegt

3 typen bloedvaten:

Rood = zuurstofrijk

Blauw = zuurstofarm

Slagaders en aders hebben de naam 

van het orgaan waar ze naartoe of 

vanaf lopen. 

3 typen bloedvaten:

- Slagader: Het hart pompt het bloed de slagaders in, bloed stroomt naar de organen toe

- Haarvaten: slagaders vertakken zich in steeds fijnere bloedvaatjes, de kleinste noem je haarvaten

- Aders: Bloed stroomt terug naar het hart 

Namen van de bloedvaten

- Slagaders hebben meestal de naam van het orgaan waar ze naartoe lopen

- Aders hebben meestal de naam van het orgaan waar ze vandaan komen

Uitzonderingen:

Bloedvaten van en naar het hart hebben andere namen:

- onderste holle ader

- bovenste holle ader

- aorta

- poortader

Pak je telefoon of laptop

Welke onderdelen van het bloed zijn nodig om bloed te laten stollen?

1. rode bloedcellen
2. witte bloedcellen
3. bloedplaatjes
4. bloedplasma

1. 1.slagader 2.haarvat 3.ader
2. 1.aorta 2.haarvat 3. ader
3. 1.ader 2.haarvat 3.slagader
4. 1.ader 2.haarvat 3. ader

In welke bloedvaten is
de bloeddruk het hoogste?

1. In haarvaten en aders
2. In aders
3. In haarvaten
4. In slagaders

In de Slagaders..

1. Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
2. Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
3. Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
4. Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe

Aders

1. Brengt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
2. Brengt zuurstofarm bloed naar het hart toe
3. Geen van de antwoorden zijn juist

aders liggen meestal meer op het oppervlak dan slagaders dan aders.

1. juist
2. onjuist

Laag A in de
reageerbuis, bevat

1. Bloedplasma
2. Rode bloedcellen

Welke cellen beschermen je tegen ziektes?

1. Rode bloedcellen
2. Bloedplaatjes
3. Witte bloedcellen

Welk onderdeel van het bloed vervoert zuurstof?

1. Rode bloedcellen
2. Witte bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Bloedplasma

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?

1. Vervoeren van zuurstof
2. Ziekteverwekkers doden
3. Bloed laten stollen

bloedvat met de dunste wand

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvat

Welke uitspraak is juist?

1. A heeft de laagste bloeddruk
2. B heeft de laagste bloeddruk
3. C heeft de laagste bloeddruk
4. B heeft de hoogste bloeddruk

R = witte bloedcel 

Q = rode bloedcel 

P = bloedplaatje

Hemoglobine bindt zuurstof

1. Ja
2. Nee

- Ik weet wat het bloedvatenstelsel is

- Ik ken de drie type bloedvaten

- Ik ken de werking van de kleine bloedomloop

- Ik ken de werking van de grote bloedomloop

Met LessonUp

BK: lezen blz 145 154, maken opdr: 1 t/m 5 en 7, 8

KGT: lezen blz 166 t/m 174, maken opdr: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8

Ik weet wat de dubbele bloedsomloop is en ik kan dit uitleggen

Leerdoelen

• Ik kan vertellen welke twee bloedsomlopen het menselijk lichaam heeft en hoe/waar het bloed stroomt in elk van deze bloedsomlopen
  
• Ik weet de functie(s) van de twee bloedsomlopen
  

Dubbele bloedsomloop

Het bloed gaat tweemaal door het hart in twee verschillende bloedsomlopen.

De kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop.

Dubbele bloedsomloop

Per omloop stroomt het

bloed 2x door het hart.

Daarom noem je dit

een dubbele bloeds-

omloop.

 Bloedsomloop

Kleine bloedsomloop

                   en

Grote bloedsomloop

De bloedsomloop

Dubbele bloedsomloop:

- Kleine bloedsomloop >> Longen

- Grote bloedsomloop >> Lichaam

Kleine bloedsomloop

Grote bloedsomloop

kleine bloedsomloop

grote bloedsomloop

Aan de slag:

BK:

lezen blz 145 154, maken opdr: 1 t/m 5 en 7, 8

KGT: 

KGT: lezen blz 166 t/m 174, maken opdr: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8

Klaar= zelfstandig nakijken

  

Klaar=zelfstandig nakijken