D19 opfrissen participium

Een ppa is een
A
participium perfectum actief
B
participium praesens actief
C
praesens passief aanvoegend
D
passief perfectum aanvoegend
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Een ppa is een
A
participium perfectum actief
B
participium praesens actief
C
praesens passief aanvoegend
D
passief perfectum aanvoegend

Slide 1 - Quiz

Het participium praesens actief is in het Nederlands het
A
tegenwoordig deelwoord
B
onvoltooid deelwoord
C
voltooid deelwoord
D
toekomend deelwoord

Slide 2 - Quiz

Het tegenwoordig deelwoord van roepen is:

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Welke woorden zijn een participium ?
A
gens
B
regens
C
ingenti
D
consulentis

Slide 5 - Quiz

wat is het ppa, nom. mnl. sg. van ducere?

Slide 6 - Open question

Een ppa wordt in het Latijn het vaakst ..... gebruikt:
A
predicatief
B
attributief
C
zelfstandig
D
dubbelverbonden

Slide 7 - Quiz

In welke zin wordt het woord 'lachend' predicatief/dubbelverbonden gebruikt?
A
de lachende jongen rent
B
de jongen die lacht rent
C
de jongen rent lachend
D
de jongen rent, terwijl hij lacht.

Slide 8 - Quiz

wanneer je een participium met een bijzin vertaalt, is het standaard voegwoord
A
nadat
B
terwijl
C
omdat
D
toen

Slide 9 - Quiz

Op welke manier mag je deze zin NIET vertalen?
'servus dominum vocantem non audit'
A
de slaaf hoort de roepende meester niet
B
de slaaf hoort niet, hoewel de meester roept.
C
de slaaf hoort de meester niet, hoewel hij roept
D
de slaaf hoort roepend de meester niet

Slide 10 - Quiz