12.3 Soorten veranderen - deel 2

12.3 Soorten veranderen - deel 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

12.3 Soorten veranderen - deel 2

Slide 1 - Slide

Vandaag
Maak je 12.3 af:

-Doorloop deze LessonUp met filmpje en vragen.
-Lees blz 177 en 178 van je tekstboek
-Maak de vragen 16, 17, 18, 21 en 22 in nectar online

Slide 2 - Slide

Met welke letters zijn soorten aangegeven die uit soort 1 zijn ontstaan?
A
A, B, C, D, E
B
A, B, C, D
C
A, B
D
C,D

Slide 3 - Quiz

Schepping en evolutie
Deze les gaat over de evolutietheorie. Het is een theorie en veel mensen geloven hierin. Dus goed om hier van af te weten.  Er zijn ook veel mensen die niet in evolutie geloven en er zijn mensen die zowel in schepping als evolutie geloven.

Slide 4 - Slide

Wat geloof jij?
A
Schepping
B
Evolutie
C
Schepping of evolutie

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Evolutietheorie
Darwin stelde vast:
  • Er zit variatie tussen de individuen van 1 soort
  • Soorten krijgen veel nakomelingen
  • Niet alle nakomelingen planten zich voort

Variatie tussen individuen ontstaat door mutaties in het DNA.
Dat zijn kleine veranderingen. Nakomelingen krijgen dit nieuwe
DNA.

Slide 7 - Slide

Natuurlijke selectie
 
Natuurlijke selectie:

Individuen met een bepaalde eigenschap (gelere slakken) hebben een grotere kans om te overleven (ze worden niet opgegeten door lijsters).

De individuen met deze eigenschap kunnen zich dus wel/vaker/meer voortplanten dan de individuen zonder deze eigenschap.

De nakomelingen krijgen in hun DNA deze eigenschap van hun ouders (geel zijn).

Uiteindelijk komen er dus meer individuen met die eigenschap.

Slide 8 - Slide

Survival of the fittest
= alleen dieren die de omstandigheden overleven kunnen zich voortplanten.

De dieren die het beste zijn aangepast, noemen we 'fittest'. (de gele slakken, de lichtere beren, de giraf met de langere nek).

Slide 9 - Slide

Hoe ontstaat een nieuwe soort?

  1. Er is variatie (in ander voedsel eten dan gras)
  2. Deze variatie is erfelijke variatie (alle jongen lusten ook ander voedsel)
  3. Er treedt verschil op in natuurlijke selectie (alleen de jongen die ook andere dingen dan gras eten overleven en planten zich voort)
  4. De twee groepen leven geisoleerd van elkaar (ze kunnen niet bij elkaar komen)

Na lange tijd zullen individuen van beide groepen niet meer met elkaar kunnen/willen voortplanten. Er is een nieuwe soort ontstaan.

Slide 10 - Slide

Het gaat heel hard waaien. Daardoor komt er veel zand op de rotsen. Welke slakken zijn dan beter aangepast?
A
Gele slakken
B
Grijze slakken
C
Gele en grijze slakken zijn even goed aangepast.

Slide 11 - Quiz

De witte, grijze en zwarte berkenspanners (soort vlinder) zijn dezelfde soort. Hoe heet dit verschil in kleur binnen een soort?
A
Natuurlijke selectie
B
Survival of the fittest
C
Struggle for life
D
Variatie

Slide 12 - Quiz

In gebieden met veel luchtvervuiling kleuren de witte berkenstammen grijs. Welke kleur berkenspanners zullen op deze grijze boomstammen het beste overleven?
A
Witte
B
Grijze
C
Witte en grijze

Slide 13 - Quiz

Grappig filmpje




Maar, taalgebruik niet helemaal ok en biologisch niet verantwoord...

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Nu
Maak je 12.3 af:

-Lees blz 177 en 178 van je tekstboek
-Maak de vragen 16, 17, 18, 21 en 22 in nectar online

Slide 16 - Slide