To try on – putting on clothes in a shop to see if they’re the right size
To fit – something is the right size
Only – but
Slide 14 - Slide
Exercise 53a(page 121)
a Eigen antwoord.
b Eigen antwoord.
Slide 15 - Slide
Exercise 54a(page 121)
popular
amazing
joke
sizes
try on
wrong
these
Slide 16 - Slide
bezittelijke
voornaamwoorden
Slide 17 - Slide
New grammar: possessive pronouns
Als je wilt uitdrukken dat iets van jou (of van iemand anders) is, kun je bezittelijke voornaamwoorden gebruiken, zoals jouw, mijn, zijn, gevolgd door datgene wat jij of iemand anders bezit. Bijvoorbeeld: mijn boek, jouw huis, zijn hond.
Slide 18 - Slide
New grammar: possessive pronouns
Persoon Nederlands Engels Bezittelijk voornaamwoord
I mijn my My name is Kim.
you jouw your Your family's from Canada.
he zijn his His hobby is fishing.
she haar her Her name is Hannah.
it zijn (dier) its Its name is Kelsey (dog).
we onze our Our cat is very young.
you uw, jullie your Your friends live in Paris.
they hun their Their trip was great.
Slide 19 - Slide
De opdrachten staan klaar in de LessonUp app
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
bezittelijke
voornaamwoorden
Slide 22 - Slide
New grammar: possessive pronouns
Als je wilt uitdrukken dat iets van jou (of van iemand anders) is, kun je bezittelijke voornaamwoorden gebruiken, zoals jouw, mijn, zijn, gevolgd door datgene wat jij of iemand anders bezit. Bijvoorbeeld: mijn boek, jouw huis, zijn hond.
Slide 23 - Slide
New grammar: possessive pronouns
Persoon Nederlands Engels Bezittelijk voornaamwoord
I mijn my My name is Kim.
you jouw your Your family's from Canada.
he zijn his His hobby is fishing.
she haar her Her name is Hannah.
it zijn (dier) its Its name is Kelsey (dog).
we onze our Our cat is very young.
you uw, jullie your Your friends live in Paris.
they hun their Their trip was great.
Slide 24 - Slide
Extra uitleg (video)
Bekijk dit filmpje voor extra uitleg over bezittelijke voornaamwoorden.