zakelijke e-mail, zakelijke brief, artikel

schrijfproducten examen (theorie: hfst 1-2-3 p. 78 t/m139)
1.1 Memo
1.2 advertentie, flyer
1.3 instructie
2.4 Verslag
2.5 informatief artikel
2.6 betoog
3.2 zakelijke e-mail
3.3 zakelijke brief (klachtenbrief, sollicitatiebrief, vraag om informatie)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

schrijfproducten examen (theorie: hfst 1-2-3 p. 78 t/m139)
1.1 Memo
1.2 advertentie, flyer
1.3 instructie
2.4 Verslag
2.5 informatief artikel
2.6 betoog
3.2 zakelijke e-mail
3.3 zakelijke brief (klachtenbrief, sollicitatiebrief, vraag om informatie)

Slide 1 - Slide

Vandaag

informatief artikel
zakelijke brief

Eén van deze twee kiezen, uitwerken en mailen vóór 25 februari
g.peters@roca12.nl

Slide 2 - Slide

Informatief artikel (p.110)
Achtergrondinformatie over een bepaald onderwerp.
-feiten, geen meningen
- controleerbaar (waar komt de informatie vandaan)

Slide 3 - Slide

tekststructuren van een informatief artikel
vraag en antwoordstructuur: een vraag stellen en antwoord geven

aspectenstructuur: verschillende kanten van een onderwerp

probleem-oplossingsstructuur: uitleg probleem en ingaan op gevolgen, oorzaken en oplossingen.

Slide 4 - Slide

Structuur ==> signaalwoorden==> verband
- opsomming: ten eerste, ten tweede, ook, verder, daarnaast, bovendien.
- tijd: eerst, toen, daarna, vervolgens, ten slotte, voordat, nadat.
- toelichting: bijvoorbeeld, zoals.
- voorwaarde: als, wanneer, tenzij, mits.
- vergelijking: als, zoals, even.... als, ... dan.

Slide 5 - Slide

maken examenopdracht p. 112
Schrijf een informatief artikel met één van de volgende onderwerpen:

A. Op vakantie in mijn regio. (vraag-antwoord structuur)
B. Piercings en tatoeages. (aspectenstructuur)
C. Jeugdwerkeloosheid (probleem-oplossingsstructuur)


Slide 6 - Slide

zakelijke correspondentie
formele taal - informele taal
tekst --> zakelijk doel ---> formele taal:
Zakelijk: de tekst bevat geen persoonlijk gekleurde opmerkingen
Duidelijk: de tekst is goed te begrijpen
Efficiënt: de tekst is kort en bondig
Gericht: de tekst bevat geen overbodige informatie
Beleefd: de tekst toont respect voor de lezer, vooral door de woordkeus
Correct: de tekst bevat geen fouten in de spelling, interpunctie of grammatica

Slide 7 - Slide

vergelijk E-mail 1 en E-mail 2 (p.121)
Zakelijke e-mail
- onderwerp
- formele taal
- bijlagen noemen die je meestuurt
- controleer of je bijlage hebt toegevoegd
- correcte afsluiting

Slide 8 - Slide

zakelijke brief (p.127) (zie format p.273)
inleiding: waarom schrijf je de brief
middenstuk: twee of meer alinea's uitleg
slot: wat verwacht je van de lezer

Maximaal 1 A4
briefconventies: afspraken  hoe je een zakelijke brief schrijft
(zie p. 127)

Slide 9 - Slide

maken examenopdracht p.112 of p.130
inleveren vóór 25 februari

g.peters@roca12.nl

Slide 10 - Slide