02/12/2020 - N1H

Bienvenue
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bienvenue

Slide 1 - Slide

But du cours:
Au fin du cours, tu peux :
1. De tekst van Lire G compleet begrijpen
2. Een Franse zin ontkennend maken
3. Leren voor het S.O. van volgende week

Slide 2 - Slide

Le planning d'aujourd'hui

1. Lire et corriger le texte de G
2. Grammaire: De ontkenning
3. Faire les exercices
4. s'entrainer avec le vocabulaire voor de volgende week

Slide 3 - Slide

Lire G
Hoe lees je een tekst?

Slide 4 - Slide

Hoe lees je een tekst?

Slide 5 - Slide

De ontkenning
(Andere lessonUp les)

Slide 6 - Slide

Faire:
Wat: Bron H - opdracht 31 & 32
Tijd: 20min
Hoe: Grandes Lignes online
Hulp: Page 34 van je tekstboek (TB)
Uitkomst: Je kan een Franse zin ontkennend maken
Klaar: opdracht 33 of individueel de vocabulaire leren

Slide 7 - Slide

Vocabulaire oefenen
aantal vragen

Slide 8 - Slide

Chapitre 2 - Vocabulaire
Oefenen met de vocabulaire en phrases-clés

Neem deel met de les met code:

Slide 9 - Slide

Traduire
Kies de juiste vertaling van de volgende woorden:

Slide 10 - Slide

Wat betekent:
La matière
A
De leraar
B
De les
C
Het vak
D
De jongen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent:
Le garçon
A
De jongen
B
Het meisje
C
De rugtas
D
Grappig

Slide 12 - Quiz

Wat betekent:
Donner
A
Beginnen
B
Geven
C
Praten
D
Doen

Slide 13 - Quiz

Wat betekent:
Les devoirs
A
De eerste les
B
Het huiswerk
C
De leerlingen

Slide 14 - Quiz

Wat betekent:
Toujours
A
Nooit
B
Altijd
C
Terwijl

Slide 15 - Quiz

Wat betekent:
L'école
A
De school
B
De bank
C
De overhoring

Slide 16 - Quiz

Wat betekent:
L'exercice
A
Tekenen
B
Het hoofdstuk
C
De opdracht

Slide 17 - Quiz

Wat betekent:
Vandaag
A
Hier
B
Aujourd'hui
C
Demain

Slide 18 - Quiz

Wat zeg je in het Frans als je iets niet weet?

Slide 19 - Open question

Vertaal naar het Frans:
"Het is half negen"

Slide 20 - Open question

Vertaal naar het Frans:
"Het is twaalf uur 's middags"
A
Il est minuit
B
Il est midi
C
Geen van beide

Slide 21 - Quiz

Huiswerk voor volgende week:
Voor 9 décembre:
Faire (maken): Opdracht 31 & 32
Apprendre (leren): vocabulaire (A/B/E/F) + phrases-clés (D/I)

Voor 11 décembre:
Repetitie Hoofdstuk 2
Apprendre: kloktijden + vocabulaire + phrases-clés

Slide 22 - Slide