TV H3 Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud?

Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Ligt je boek, pen en papier op tafel?
Wacht rustig tot de les begint.
De grote verbouwing van Tielse binnenstad begint vandaag en duurt twee jaar. 
De metamorfose van de binnenstad, begint vandaag. In 25 maanden tijd gaat het uiterlijk goeddeels op de schop en wordt onder de grond vrijwel overal nieuw riool gelegd.
Bernardo van Hal 31-05-23

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Ligt je boek, pen en papier op tafel?
Wacht rustig tot de les begint.
De grote verbouwing van Tielse binnenstad begint vandaag en duurt twee jaar. 
De metamorfose van de binnenstad, begint vandaag. In 25 maanden tijd gaat het uiterlijk goeddeels op de schop en wordt onder de grond vrijwel overal nieuw riool gelegd.
Bernardo van Hal 31-05-23

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert over het enkelvoud en het meervoud van de persoonsvorm.
je leert dat het onderwerp en de persoonsvorm bij elkaar horen.

Slide 3 - Slide

Wat moet je kennen/kunnen?
- herkennen of een onderwerp ev of mv is
- herkennen wanneer gebruik je voor de pv  ev en wanneer mv
- spelling pvtt (congruentie)

Slide 4 - Slide

Wat weten we nog over de persoonsvorm?

Wat is ook alweer de persoonsvorm?


Waar hoort het onderwerp altijd bij?




Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Persoonsvorm

Nodig bij werkwoordspelling!
De persoonsvorm is altijd een werkwoord!

Slide 7 - Slide

Onderwerp
Het onderwerp hoort altijd bij de persoonsvorm.


Slide 8 - Slide

Enkelvoud

Je kan er 'één' voor zetten

één fiets
één school
één laptop
één klasgenoot
Meervoud

Je kan er 'twee' voor zetten

twee fietsen
twee scholen
twee laptops
twee klasgenoten

Slide 9 - Slide




De jonge vogel op de waslijn zong de hele ochtend.

persoonsvorm = zong
onderwerp = De jonge vogel op de waslijn




zong = enkelvoud
De jonge vogel op de waslijn = enkelvoud

Slide 10 - Slide




Alle mensen op het water varen in een bootje.

persoonsvorm = varen
onderwerp = Alle mensen op het water




varen = meervoud
Alle mensen op het water = meervoud

Slide 11 - Slide




Iedereen ging buiten spelen in de zon.

persoonsvorm = ging
onderwerp = iedereen




ging = enkelvoud
iedereen = enkelvoud

Slide 12 - Slide




De brandweer bluste de brand.


persoonsvorm = bluste
onderwerp = De brandweer



De brandweer = enkelvoud

bluste = enkelvoud

Slide 13 - Slide

Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?
'de brandweer'
enkelvoud
meervoud

Slide 14 - Poll

Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?
'het terrein met voetbalvelden'
enkelvoud
meervoud

Slide 15 - Poll

Staat de persoonsvorm in enkelvoud of meervoud?

De kudde schapen liep / liepen op de dijk.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 16 - Quiz

Enkelvoud of meervoud?

Brandweerlui
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 17 - Quiz

Staat de persoonsvorm in enkelvoud of meervoud?

De bos rozen was / waren verwelkt.
A
was
B
waren

Slide 18 - Quiz

Kies uit: enkelvoud of meervoud:

Een setje handschoenen
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 19 - Quiz

Staat de persoonsvorm in enkelvoud of meervoud?

De winterbanden van de auto wordt / worden vervangen.
A
wordt
B
worden

Slide 20 - Quiz

Kies uit: enkelvoud of meervoud:

De klas met leerlingen
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 21 - Quiz

Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?:

De brandweer bluste / blusten de brand.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 22 - Quiz

Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?:

De brandweerlieden ............ de brand.
A
bluste
B
blusten

Slide 23 - Quiz

Kies uit: enkelvoud of meervoud:

Mijn schrift met aantekeningen
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
Nieuw Nederlands online
Hoofdstuk 3
Taalverzorging: persoonsvorm enkelvoud of meervoud?

Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
blz. 80-81, opdracht 1 t/m 5.


Hoe
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 26 - Slide

Zelfstandig werken 3Basis
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 108-111, opdracht 1 t/m 8.


Hoe
opdracht 1 en 2 in alleen en in stilte maken.
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 27 - Slide