Nog een brief, Jotie T'Hooft

Waarover gaat het gedicht?
1 / 19
next
Slide 1: Open question
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Waarover gaat het gedicht?

Slide 1 - Open question

Waarover gaat het gedicht?
De "ik" schrijft naar zijn geliefde op het einde van zijn leven. Hij zegt sorry (?), hun relatie was niet echt goed, hij was bv. niet erg open tegen haar, maar hij zag haar wel graag.

Slide 2 - Slide

In welke versregels laat de ik zijn verlangen naar de dood merken?

Slide 3 - Open question

verlangen naar de dood
  • mijn hart wordt zwaar van de kiem die in mij is klaargelegd: de dood, hij spreekt straks wel recht. (3de en 4de strofe)
  • al lijk ik nu een lange lijn, in uw leven word ik dra een kleine stip (4de en 5de strofe)

Slide 4 - Slide

verlangen naar de dood
  • Hier moet ik afscheid nemen, ik ben moe (laatste strofe)
  • Ik word net als mijn woorden: bleek. (laatste zin)

Slide 5 - Slide

Uit welke versregels kan je opmaken dat hun relatie niet zo goed was?

Slide 6 - Open question

relatie niet zo goed
  • ik weet dat ik nooit echt iets met u deelde (1ste S)
  • Ik heb (...) niet het minste begrepen 
ik was geen prins maar een roofridder met een zwaard
al wist ik nog niet dat het voor u geslepen was (2de S)

Slide 7 - Slide

relatie niet zo goed
  • ik heb u geslagen - als een beul een dief met een roe

Slide 8 - Slide

Uit welke versregels blijkt dat hij haar toch graag zag?

Slide 9 - Open question

...dat hij haar toch graag zag
  • Lieve vrouw (1ste S)
  • als ik u zeg dat gij mijn hart op aarde waart (2de S)
  • Ik hou van u (laatste S)

Slide 10 - Slide

Analyse poëzie
Vademecum p. 10 - 13

Slide 11 - Slide

Rijmschema V, p. 11
strofe 1: AA BB
strofe 2: CDCD
strofe 3: EE FF
strofe 4: EEGH(G)
strofe 5:II JJ

Slide 12 - Slide

Hoe noem je het rijmschema van strofe 1, 3 en 5 (AABB)?

Slide 13 - Open question

Hoe noem je het rijmschema van strofe 2 (CDCD)?

Slide 14 - Open question

Geef een voorbeeld van een alliteratie uit dit gedicht.

Slide 15 - Open question

Alliteratie =
twee (of meer) beklemtoonde woorden die dicht bij elkaar staan beginnen met dezelfde medeklinker.
  • waar ik als meisje muziek op speelde
  • ik wil u geen vergeving vragen ...
  • (...) al lijk ik nu een lange lijn, in uw leven

Slide 16 - Slide

Enjambement =
Het einde van de versregel valt niet samen met een punt of komma. De zin loopt verder door op de volgende versregel.
bv. Jantje en Pietje kochten twee
fietsen, en fietsen naar een café.

Slide 17 - Slide

Geef een voorbeeld van een enjambement uit dit gedicht.

Slide 18 - Open question

Bonusvraag: waarom gebruikt de dichter net bij deze zinnen een enjambement?

Slide 19 - Open question