maandag 19 oktober Spreekwoorden

Spreekwoorden
De hond in de pot vinden

Dit betekent niet echt, dat er een hond in de pot zit. Dit betekent, je bent te laat voor het eten en alles is op.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spreekwoorden
De hond in de pot vinden

Dit betekent niet echt, dat er een hond in de pot zit. Dit betekent, je bent te laat voor het eten en alles is op.

Slide 1 - Slide

een rage 
een hype = in de mode
opletten =
goed kijken/concentreren

Slide 2 - Slide

de aanraking
continu = de hele tijd

Slide 3 - Slide

friemelen = ergens de hele tijd aan zitten
ze vliegen de deur uit=
ze worden snel verkocht

Slide 4 - Slide

betrekken = proberen iemand mee te laten doen
ingrijpen = iets doen omdat het anders fout gaat

Slide 5 - Slide

ontspannen
afleiden

Slide 6 - Slide

tonen = laten zien
getoond
over gewaaid =
komt uit

Slide 7 - Slide

Het ziet er uit  om door een ringetje te halen
De moed zinkt mij in de schoenen 

Slide 8 - Slide

achter het net vissen =
te laat zijn
gezicht als een oorwurm

Slide 9 - Slide

Letterlijk - Figuurlijk
Spreekwoorden betekenen niet letterlijk wat je hoort, leest of ziet, maar ze zijn figuurlijk bedoeld.
Ze betekenen dus eigenlijk meer iets wat je bedoelt te zeggen/

Slide 10 - Slide

Hij trekt een gezicht als een oorwurm

De moed zinkt mij in de schoenen

Knoop dat goed in je oren

Achter het net vissen

Het ziet er uit om door een ringetje te halen

Hij zet zijn beste beentje voor

Ik haal er mijn neus voor op

Wie a zegt moet ook b zeggen 
Met lange tanden eten

Slide 11 - Slide

Achter het net vissen
A
Je komt te laat, er is niets meer
B
Je vangt veel vis
C
Je vangt niet veel vis
D
Je bent net op tijd

Slide 12 - Quiz

Met lange tanden eten
betekent ...
A
Je moet gauw naar de tandarts
B
Je hebt heel veel honger
C
Je hebt geen zin in eten
D
Je eet heel snel

Slide 13 - Quiz

Kijken als een oorwurm
betekent ...
A
ontevreden kijken
B
blij kijken
C
boos kijken
D
kijken met een vies gezicht

Slide 14 - Quiz

Wie a zegt, moet ook b zeggen
betekent ...
A
Als je ergens aan begint, moet je het ook afmaken
B
Als je goed oefent, kun je veel leren
C
Als iets niet lukt, kun je er beter mee stoppen
D
Als iets tegen zit, gaat het daarna vast wel beter

Slide 15 - Quiz

De puntjes op de i zetten
betekent ...
A
heel rustig werken
B
alles afmaken
C
heel netjes werken
D
heel nauwkeurig werken

Slide 16 - Quiz

Het ziet eruit om door een ringetje te halen
betekent ...
A
heel rustig werken
B
alles afmaken
C
heel netjes werken
D
heel nauwkeurig werken

Slide 17 - Quiz

Hij zet zijn beste beentje voor
A
Hij loopt heel hard
B
Hij doet extra zijn best
C
Hij is de beste
D
hij vindt het moeilijk

Slide 18 - Quiz

De moed zonk haar in de schoenen
betekent ...
A
Ze is veel te dik
B
Ze durft het niet
C
Ze heeft er geen zin in
D
Ze heeft er veel zin in

Slide 19 - Quiz

Knoop het in je oren
betekent ...
A
Je moet de boel aanpakken
B
Je moet het goed onthouden
C
Als je niet luistert krijg je straf
D
Doen alsof je het niet hoort

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide