Spreekwoorden

Spreekwoorden
Doel van de les:
Ik kan de betekenis van spreekwoorden opzoeken 
met hulp van een online bron.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spreekwoorden
Doel van de les:
Ik kan de betekenis van spreekwoorden opzoeken 
met hulp van een online bron.

Slide 1 - Slide

trefwoord

Slide 2 - Slide

www.spreekwoord.nl
Taalboek, blz. 91 (les 7)
Zoek de spreekwoorden op met behulp van een trefwoord.
Schrijf het spreekwoord én het antwoord in het schrift.
Markeer in het spreekwoord het trefwoord dat je gebruikt hebt.

Over 20 minuten spelen we een quiz over de spreekwoorden.

Slide 3 - Slide

Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 4 - Quiz

Wie a zegt, moet ook b zeggen
A
Weinig te vertellen hebben
B
Wie met werk begint, moet het ook afmaken
C
Sprakeloos zijn
D
Zo verrast zijn dat je er van stottert

Slide 5 - Quiz

Met lange tanden eten
A
Veel kunnen eten
B
Met tegenzin eten
C
Zin hebben in eten
D
Moeite hebben met eten

Slide 6 - Quiz

Kijken als een oorwurm
A
Ontevreden kijken
B
Moeilijk kijken
C
Geschrokken kijken
D
Verbaasd kijken

Slide 7 - Quiz

Welk trefwoord heb je gebruikt bij
'De puntjes op de i zetten'?
A
de
B
puntjes
C
i
D
zetten

Slide 8 - Quiz

Van de nood een deugd maken

Slide 9 - Mind map

Welk trefwoord heb je moeten aanpassen bij 'Knoop het in je oren'?
A
knoop
B
oren

Slide 10 - Quiz

Om door een ringetje te halen
A
Een afgerond verhaal
B
Klaar voor de trouwdag
C
Keurig verzorgd
D
Er zit geen einde aan

Slide 11 - Quiz

'De moed zonk haar in de schoenen.'
Ken jij een ander spreekwoord met schoenen?

Slide 12 - Open question

Einde van de les
Doel van de les:

Ik kan de betekenis van spreekwoorden opzoeken 

met hulp van een online bron.

Slide 13 - Slide