This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
1.5 Voedselkringloop
Slide 1 - Slide
Spore zitten in een paddestoel. Wat kan hier uit groeien?
A
een celwand
B
een cel waaruit een nieuwe schimmel kan groeien
C
een celkern
D
een zaadplant
Slide 2 - Quiz
plantencel
dierlijke cel
schimmelcel
bacterie
Slide 3 - Drag question
Plantencel
Schimmelcel
Dierencel
Bacteriecel
Celwand & celmembraan
Bladgroenkorrels
Alleen celmembraan, geen celwand
Geen kern
Slide 4 - Drag question
Plant
Dier
Bacterie
Schimmel
Celwand
Celembraan
Celkern
Bladgroen korrel
Vacuole
Slide 5 - Drag question
Welk onderdeel had een dierlijke cel niet
A
Celkern
B
Celmenbraan
C
Celwand
D
Cytoplasma
Slide 6 - Quiz
Fusariumschimmels kunnen bij planten ziekten veroorzaken. Tanja bekijkt door een microscoop een stukje wortel van een plant die ziek is door zo’n schimmel. Ze ziet wortelcellen en schimmelcellen. Heeft een wortelcel een celwand? En heeft een schimmelcel een celwand?
A
Geen van beide cellen heeft een celwand.
B
Alleen een wortelcel heeft een celwand.
C
Alleen een schimmelcel heeft een celwand.
D
Zowel een wortelcel als een schimmelcel heeft een celwand.
Slide 7 - Quiz
Leerdoelen 1.5
- Je kunt uitleggen hoe planten, dieren, schimmels en bacteriën van elkaar afhankelijk zijn.
- Je kunt uitleggen wat de voedselkringloop is.
- Je kunt uitleggen wat de functie van producenten, consumenten en reducenten is.
Slide 8 - Slide
Fotosynthese
Planten maken glucose (energie) in hun bladgroenkorrels door fotosynthese. Planten gebruiken hiervoor mineralen.
Andere organismen eten de planten er krijgen zo ook energie binnen.
Slide 9 - Slide
Voedselkringloop
Planten zijn producenten (maken energie)
Dieren zijn consumenten (consumeren de plant en daarmee de energie)
Kleine dieren (vaak insecten) zijn afvaleters
Bacteriën en schimmels zijn reducenten (breken de overgebleven energierijke stoffen verder af tot mineralen)
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 1.5
Maken: opdracht
Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf