This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
1.5 Voedselkringloop
Slide 1 - Slide
Startopdracht:
Maak opdracht 2 op bladzijde 42.
Doe dit alleen en in stilte.
timer
4:00
Slide 2 - Slide
Een spore is
A
een celwand
B
een cel waaruit een nieuwe schimmel kan groeien
C
een celkern
D
een zaadplant
Slide 3 - Quiz
plantencel
dierlijke cel
schimmelcel
bacterie
Slide 4 - Drag question
Plantencel
Schimmelcel
Dierencel
Bacteriecel
Celwand & celmembraan
Bladgroenkorrels
Alleen celmembraan, geen celwand
Geen kern
Slide 5 - Drag question
Plant
Dier
Bacterie
Schimmel
Celwand
Celembraan
Celkern
Bladgroen korrel
Vacuole
Slide 6 - Drag question
Welk onderdeel heeft een dierlijke cel niet
A
Celkern
B
Celmenbraan
C
Celwand
D
Cytoplasma
Slide 7 - Quiz
Leerdoelen 1.5
- Je kunt uitleggen hoe planten, dieren, schimmels en bacteriën van elkaar afhankelijk zijn.
- Je kunt uitleggen wat de voedselkringloop is.
- Je kunt uitleggen wat de functie van producenten, consumenten en reducenten is.
Slide 8 - Slide
Wat voor cellen zijn dit?
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen
C
schimmel cellen
D
Bacterie cellen
Slide 9 - Quiz
Dit zijn cellen van een .....
A
bacterie
B
dier
C
plant
D
schimmel
Slide 10 - Quiz
Fusariumschimmels kunnen bij planten ziekten veroorzaken. Tanja bekijkt door een microscoop een stukje wortel van een plant die ziek is door zo’n schimmel. Ze ziet wortelcellen en schimmelcellen. Heeft een wortelcel een celwand? En heeft een schimmelcel een celwand?
A
Geen van beide cellen heeft een celwand.
B
Alleen een wortelcel heeft een celwand.
C
Alleen een schimmelcel heeft een celwand.
D
Zowel een wortelcel als een schimmelcel heeft een celwand.
Slide 11 - Quiz
Fotosynthese
Planten maken glucose in hun bladgroenkorrels door fotosynthese. Planten hebben hiervoor zonlicht nodig.
Andere organismen eten de planten er krijgen zo ook energie binnen.
Slide 12 - Slide
Voedselkringloop
Planten zijn producenten (maken hun eigen voedsel 'door zonlicht')
Dieren zijn consumenten (consumeren de plant )
Kleine dieren (vaak insecten) zijn afvaleters
Bacteriën en schimmels zijn reducenten (breken de overgebleven energierijke stoffen verder af tot mineralen)
Slide 13 - Slide
Maken
Eerste 20 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 1.5
Maken opdrachten: 2, 4 t/m 7, 10, 11, 12 en 14
Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf
timer
8:00
Slide 14 - Slide
Je ziet hiernaast 2 cellen. Van wie zijn deze cellen?
A
1=Schimmel
2=Bacterie
B
1=Schimmel
2=Dier
C
1=Bacterie
2=Schimmel
D
1=Bacterie
2=Dier
Slide 15 - Quiz
Welke hoort niet bij de vier rijken
A
planten
B
dieren
C
organismen
D
bacteriën
Slide 16 - Quiz
Je ziet hiernaast 2 cellen. Van wie zijn deze cellen?