Nectar Hfst 9.4-1 GL

1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Virussen kunnen worden gedood met antibiotica.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Wanneer een bacterie resistent is betekent dit dat de bacterie tegen antibiotica kan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Vaccineren is een voorbeeld van
A
Actieve immuniteit
B
Natuurlijke immuniteit
C
Passieve immuniteit
D
Kunstmatige immuniteit

Slide 5 - Quiz

Wat is actieve immunisatie
A
Je lichaam maakt zelf antigenen tegen de ziekte
B
Je lichaam maakt zelf antistoffen tegen de ziekte.
C
Je krijgt niks ingespoten
D
Je krijgt een vaccin ingespoten

Slide 6 - Quiz

Sem zegt dat de vrijwilligers een kunstmatige
immunisatie hebben gekregen.

Rayhan zegt dat de vrijwilligers een passieve
immunisatie hebben gekregen.

Wie heeft gelijk?
A
Beide hebben ongelijk
B
Sem heeft gelijk
C
Rayhan heeft gelijk
D
Beide hebben gelijk

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide


Waarom is het belangrijk dat mensen die veel bloed hebben verloren een bloedtransfusie krijgen? Kies het beste antwoord.
A
Dan hebben ze niet genoeg bloed en dan ga je dood.
B
Dan kunnen er niet genoeg afvalstoffen worden afgevoerd en vergiftig je.
C
Dan komt er niet genoeg zuurstof bij de cellen en daardoor kunnen organen uitvallen.
D
Dan komt er niet genoeg bloed bij je hart en dan kan hij de boel niet meer rondpompen.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Geen antigeen 
Antigeen A
Antigeen AB
Antigeen B

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Maakt antistof A en B 
Maakt antistof B
Maakt geen antistof
Maakt antistof A

Slide 34 - Drag question

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Welke letter hoort bij
de bloedgroepbepaling van een
persoon met bloedgroep 0?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 37 - Quiz


Slide 38 - Open question

De ontvanger van het bloed mag géén antistoffen hebben tegen het antigeen op de rode bloedcellen van de donor.

Slide 39 - Drag question

Slide 40 - Slide