Les 5 Hoofdgedachte en slot (inleiding)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3,4

Welkom

Lesdoel

Ik herken het slot van een tekst en weet al iets over signaalwoorden .

Herhaling: Inleiding van een tekst

Op welke manier kan de schrijver een tekst inleiden? 

Inleiding

Onderwerp benoemen

Vraag stellen

Probleem benoemen

Grappig verhaaltje

Aanleiding vertellen

Waarom is de tekst geschreven, wat is de aanleiding ?

In Spanje heeft de politie een verdachte aangehouden...

In de inleiding wordt een leuk kort, verhaaltje verteld. 

In de inleiding wordt een vraag gesteld.

Afgelopen zomer waren er in de natuur steeds meer branden. Vervelend voor dier en mens. Wat is de oorzaak? 

Het slot van een tekst

1. Er staat een samenvatting van de tekst.
2. De schrijver trekt een conclusie.

3. De schrijver geeft antwoord op de vraag uit de inleiding.

ER IS GEEN SLOT: Leg uit waarom/wanneer er geen geen slot is!

Aan de slag

Ik lees de blauwe vakken voor: Hoofdgedachte van een tekst en functies van het slot.

Maken opdracht 9 t/m 19 (vraag 12 sla je over), blz 17

Werktijd: 15 minuten

Wat zijn functies die een inleiding kan hebben?

1. Het onderwerp noemen
2. De aanleiding noemen
3. Een centrale vraag stellen
4. Alle antwoorden zijn goed

Welke functies kan het slot hebben?

1. Toelichting, oorzaak, conclusie, probleemstelling.
2. Samenvatting, conclusie, voorbeeld, aanleiding.
3. Conclusie, samenvatting, advies, toekomstverwachting.
4. samenvatting, argument, weerlegging, voorbeeld.

Door de tekst precies te lezen, kun je de hoofdgedachte bepalen. Wat is de hoofdgedachte?

1. De mening van de schrijver over het onderwerp van de tekst.
2. De hoofdgedachte is altijd de titel van de tekst.
3. Het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp van de tekst.
4. Een kernzin

Welke leesstrategie gebruik je als je de hoofdgedachte moet bepalen?

1. Oriënterend lezen
2. Globaal lezen
3. Intensief/ nauwkeurig lezen
4. Kritisch lezen

De hoofdgedachte in een tekst:

1. is maximaal één woord
2. kun je samenvatten in één zin
3. zijn 2 of 3 woorden
4. staat altijd in het slot van de tekst

Teksverbanden

Signaalwoorden
Wat weer je hier al van?

Werk afmaken

 Opdracht 9 t/m 19 (vraag 12 sla je over)

Lesdoel behaald?

Ik herken het slot van een tekst en weet al iets over signaalwoorden.