Goed gebekt deel 1, taak 8

Goed gebekt deel 1, taak 8
Wat  betekenen de volgende uitdrukkingen, gezegdes e.d.?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Goed gebekt deel 1, taak 8
Wat  betekenen de volgende uitdrukkingen, gezegdes e.d.?

Slide 1 - Slide

Iets in een oogwenk doen
A
zonder nadenken
B
door alleen te kijken
C
heel snel

Slide 2 - Quiz

Dat is een open deur intrappen
A
zinloos werk doen
B
iets zeggen wat algemeen bekend is
C
profiteren van de gunstige omstandigheden

Slide 3 - Quiz

Die twee kunnen niet samen door één deur
A
ze kunnen niet goed samenwerken
B
ze zijn veel te dik
C
ze hebben verschillende bazen

Slide 4 - Quiz

We zullen om de tafel gaan zitten
A
een ruzie uitpraten
B
overleggen, vergaderen
C
een borrel drinken

Slide 5 - Quiz

Iemand in zijn eigen sop gaar laten koken
A
iemand op het goede spoor zetten
B
iemand van top tot teen wassen
C
zich niet (meer) met iemand bemoeien

Slide 6 - Quiz

Moeilijke woorden
Welk woord past bij de omschrijving?

Slide 7 - Slide

Iemand die ergens in uitblinkt
A
expertise
B
topstudent
C
raspaardje

Slide 8 - Quiz

De verpakking
A
emballage
B
expertise
C
appetizer

Slide 9 - Quiz

Een beschrijving van het eigen leven
A
autobiografie
B
autocratie
C
automaat

Slide 10 - Quiz

Een onderzoek door een deskundige
A
abces
B
autopsie
C
expertise

Slide 11 - Quiz

Een drankje vóór het eten
A
appetizer
B
aperitief
C
amuse

Slide 12 - Quiz

Gezegdes/uitdrukkingen
Vul aan het met juiste werkwoord

Slide 13 - Slide

Over de tong .....
A
gaan
B
slepen
C
afgeven

Slide 14 - Quiz

Zijn visitekaartje .....
A
verdienen
B
zijn
C
afgeven

Slide 15 - Quiz

Aan zijn plafond .....
A
hangen
B
zitten
C
zijn

Slide 16 - Quiz

Iets in petto .....
A
hebben
B
spelen
C
houden

Slide 17 - Quiz

De eerste viool .....
A
zijn
B
afgeven
C
spelen

Slide 18 - Quiz