Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2
This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
C4.2 Hoe ontstond de industrie?
Slide 1 - Slide
vandaag
Nakijken blz 40, topo opdrachten
Uitleg in lesson up
Aan de slag
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Je kunt het begrip industriële revolutieuitleggen.
Je kunt 3 oude energiebronnen noemen.
Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvinding van de stoommachine voor heeft gezorgd.
Slide 3 - Slide
Spinnen en weven
De katoen werd in Groot-Britannië rond 1800 gekocht door koopmannen
Met een spinnewiel sponnen ze draden van de ruwe katoen
Hiervan maakten zij lappen stof (textiel)
Werd geverfd en verkocht aan kleermakers
Slide 4 - Slide
Spinnen en weven
Het weefgetouw en het spinnewiel stonden in huis
Het hele gezin hielp mee
Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden of boeren
Slide 5 - Slide
Industriële revolutie
De mensen in de huisnijverheid konden niet concurreren met de fabrieken. Ze moesten verhuizen naar de steden. Daardoor werden fabrieken en steden groter.
Dit noemen we de industriële revolutie.
Slide 6 - Slide
Oude energiebronnen
Oudeenergiebronnen:
spierkracht
dierkracht
waterkracht
windkracht
Slide 7 - Slide
Nieuwe energiebronnen
Rond 1780 nieuwe energiebron destoommachine:
Apparaat dat aangedreven wordt door hete damp van kokend water.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Nieuwe energiebronnen gevolgen
Zorgde voor meer productie
Mensen werden minder afhankelijk van de natuur
Stoommachines waren te groot en pasten niet in huis
Bouw van fabrieken
Slide 10 - Slide
Werken in fabrieken
Veel veranderingen:
Hoge productie
Vervoer van producten ging sneller
Ondernemers bouwden fabrieken en werden werkgevers
Zij hadden mensen in dienst: werknemers
Goedkope productie + lage lonen
Slide 11 - Slide
Industriële revolutie
Werkgevers maakten veel winst
Zij bouwden nieuwe fabrieken, bruggen, spoorlijnen
Snelle groei industrie
Huisnijverheid hield op met bestaan: teveel concurrentie = strijd om zo veel mogelijk producten te verkopen en klanten te winnen
Slide 12 - Slide
Industriële revolutie
Bedrijfjes moesten sluiten
Ambachtslieden verhuisden naar de stad om in fabrieken te gaan werken
Grote verandering: industriele revolutie
Slide 13 - Slide
Na de industriële revolutie
Machines doen het meeste werk i.p.v. mensen.
Mensen werken in fabrieken met machines.
Lage lonen, slechte arbeidsomstandigheden, kinderarbeid.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Spoorlijnen
Dankzij de industriële revolutie veel vraag naar producten en grondstoffen
Afzetmarkten: plaats waar producten worden verkocht
Na 1800 werden spoorlijnen belangrijker
Vanaf 1821: stoomtreinen
Slide 16 - Slide
Aan de slag
C4.2 opdr. 1 t/m 6
Cursustoets 4.2 (iPad)
Klaar? C4.2 opdr. 7 t/m 12 (11 niet)
Slide 17 - Slide
Evaluatie Lesdoelen 4.2
Je kunt de begrippen huisnijverheid, energiebronnen, stoommachine en concurrentie uitleggen
Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.
Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.
Je 3 oude energiebronnen noemen.
Slide 18 - Slide
Les 2
Lezen C4.2
Maken opdr. 7 t/m 12 (11 niet)
Filmpje + kijkvragen
Kijkvragen nabespreken
Slide 19 - Slide
Lesdoelen 4.2
Je kunt de begrippen huisnijverheid, energiebronnen, stoommachine en concurrentie uitleggen
Je kunt het begrip industriële revolutie uitleggen.
Je kunt 3 gevolgen noemen waar de uitvindig van de stoommachine voor heeft gezorgd.
Je 3 oude energiebronnen noemen.
Slide 20 - Slide
Industriële revolutie
Slide 21 - Mind map
Aan de slag
Maken opdr. 7 t/m 12 (11 niet) C4.2
Klaar? Maken cursustoets 4.2
Slide 22 - Slide
Histoclip Industriële revolutie
Kijkvragen bij de les van vandaag (magister)
Noteer de antwoorden in het document of op een apart blaadje